zondag 25 november 2012

Steenwijk

Foto: De Telegraaf

Steenwijk


Poort van het Noorden

door Joop Duijs
De Friezen moeten er natuurlijk niet aan denken, maar stel dat de plannen van het nieuwe kabinet voor het fuseren van provincies doorgaan…. Dan zou Steenwijk wel eens hoog kunnen scoren om de hoofdstad van Noord-Nederland te worden! De vestingstad heeft namelijk niet alleen een groots, roemrucht verleden, maar ligt ook centraal en op de grenzen van Overijssel, Friesland, Drenthe en Flevoland.
Een hoge voetgangersbrug verbindt het oude en nieuwe Steenwijk. Daar ligt niet alleen een treinrails tussen, maar ook ruim 800 jaar, want de stad stamt al uit de twaalfde eeuw. Op de brug naar de nieuwbouwwijk legt een wat oudere Steenwijker, hijgend van het klimmen, uit waarom er geen voetgangerstunnel onder het spoor is aangelegd. „We mochten kiezen, maar als de tunnelvariant er was gekomen, was de grondprijs voor de nieuwbouw flink hoger uitgevallen. En met een tunnel moet je ook klimmen en dalen hè”, is het nuchtere commentaar in Nedersaksisch accent, dat zo typerend is voor de mensen die in dit deel van Nederland wonen.

Stuwwal

En wat wonen die mensen in een mooie omgeving! Daar komen we al snel achter als we aan de overkant richting de Woldberg wandelen. De ’berg’ is een zesentwintig meter hoge stuwwal die is ontstaan tijdens het Saalien, toen gletsjers het land voor zich uitduwden. De paden van deze heuvel in het verder zo vlakke land zijn verhard met het puin van de Duitse bombardementen op Rotterdam in de meimaanden van 1940.
Dit puin bevatte de nodige kalk waardoor er hier plantensoorten zijn verschenen die eigenlijk alleen groeien op kalkrijkere gronden. Van die verharding merken we overigens maar weinig, want de paden zijn op sommige plaatsen enorme modderpoelen. Goede, waterdichte en hoge schoenen aan dus als het heeft geregend!
Foto: De Telegraaf
 Bij Tuk’s T-huis gaan we het groen in. Een bezoek meer dan waard dit theehuis, waar o.a. overblijfselen worden tentoongesteld van een mammoet die hier in 1987 werd gevonden, maar ook musketkogels van het zoveelste beleg van Steenwijk. Iets verderop kunt u de omgeving verkennen vanaf een uitkijktoren.
De moeite waard, want Steenwijk wordt omringd door een prachtig landschap met bossen, heidevelden, vennetjes, glooiende akkers en holle wegen. Al eeuwen trekken mensen hier van noord naar zuid en omgekeerd. Die reizigers gebruikten doorgaans steeds dezelfde paden, die ze bereisden met zwaar beladen karren. Als het karrenspoor te diep en daardoor onbruikbaar werd, ging men ernaast gewoon weer verder. Zo sleten in de loop van vele honderden jaren de holle wegen zich in het landschap. Ze zijn ongetwijfeld ook gebruikt door de legers van de Spanjaarden en prins Maurits tijdens de Tachtigjarige Oorlog, toen Steenwijk meerdere malen werd belegerd.
Via een grasdijk die ons langs weilanden en boomkwekerijen leidt, komen we bij een mooi vennetje, dat is ontstaan door turfwinning. Bij de boswal spotten we een aantal reetjes die in alle rust nog wat vet op de botten eten om straks de wintermaanden te kunnen overleven. Als we verderop in het bos dreigen verkeerd te lopen, helpt een aardige amazone ons op het goede pad door even een stukje op haar paard mee te rijden. Waar vind je nog zoveel hulpvaardigheid?

Huis Eese

Bij het verlaten van het bos lopen we een stukje door de tuinen van Huis Eese, een havezathe die behoort tot de Heerlijkheid De Eese, dat in 1923 werd gekocht door jonkheer Van Karnebeek, destijds minister van Buitenlandse Zaken. De Heerlijkheid stamt uit de dertiende eeuw en was een soort koninkrijkje in een koninkrijk, want de eigenaar bepaalde alles zelf en mocht zelfs recht spreken.
Van Karnebeek richtte een landbouwbedrijf op om het landgoed, waarvan de aandelen nog altijd in handen zijn van zijn familie, te kunnen exploiteren. Door de slechte toekomstperspectieven in de akkerbouw is men vanaf 2004 bezig het bedrijf meer een natuurfunctie te geven. Rond de havezathe zijn nog het voormalige jachthuis St Hubert, een oude Saksische boerderij met koetshuis en een landbouwschuur te bewonderen. De uit Scandinavisch hout opgetrokken gebouwen worden met een speciaal soort poedercoating behandeld, waardoor ze de aparte rode kleur behouden.
Verderop gaan we de bossen weer in van de Heerlijkheid, dat drie provincies bestrijkt: Overijssel, Drenthe en een klein stukje Friesland. Op het landgoed komen zo’n 85 soorten broedvogels voor, waarvan de meest bijzondere de appelvink, fluiter en zomertortel zijn. Ook reeën, eekhoorntjes, de das en steenmarters dribbelen door het groen.
Na het onderdoor steken van de snelweg komen we terug in Steenwijk, eeuwenlang kruispunt op de handelsroute van en naar het noorden. Met de treinverbinding en snelweg is de stad, met liefst 62 rijksmonumenten, dat natuurlijk nog steeds. Steenwijk, misschien straks de hoofdstad, maar voor altijd de Poort van het Noorden!

Wandelwijzer:


16 km, 80% onverhard, honden toegestaan. Horeca in Steenwijk, onderweg bij Tuk’s Theehuis en Bungalowpark de Eese.
(Bron: Telegraaf)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten