zaterdag 7 maart 2015

Valencia: vijf dagen feesten op de Fallas


 
© Corbis, Belga.
In Aalst hebben ze carnaval, in Valencia de Fallas. Van 15 tot 19 maart lopen de straten vol met de strafste creaties in papier-maché. En op de laatste dag worden die... in brand gestoken. Een knalfeest dat de stad letterlijk en figuurlijk in vuur en vlam zet.
Onvervalst volksvermaak, daar staan de 'fallas' van Valencia voor. Wie dit carnaval wil meemaken, doet dat samen met duizenden andere toeristen, maar vrees niet: je kan gerust even aan de drukte ontsnappen om de andere troeven van de kuststad te ontdekken. Calatrava's gebouwen, of het al even impressionante natuurpark van L'Albufera bijvoorbeeld. Fiesta!

Het begint al donker te worden wanneer we aankomen in Valencia, maar Miriam Mascaros van de toeristische dienst wil ons meteen onderdompelen in de Fallas-sfeer. Enthousiast troont ze ons mee naar de Casal Faller van El Pilar. "Een Casal is een groep mensen uit een bepaalde wijk die twee tijdelijke monumenten in papier-maché bouwen: een grote falla en een kleinere kinderfalla. Gerenommeerde artiesten staan in voor het ontwerp - zelfs Dalí heeft ooit een falla ontworpen. Iedereen helpt mee om het bouwwerk op tijd af te hebben. Een jaar lang worden activiteiten georganiseerd om geld in te zamelen, want een grote falla kost al snel 100.000 euro. Het duurste beeld ooit kostte een miljoen euro. Logisch dus dat iedereen wil winnen. De winnaar kan rekenen op extra aandacht en sponsors voor het jaar nadien. Toch is er ook solidariteit, want als de ene Casal in tijdsnood zit, komt de andere helpen", legt Miriam uit.

De Fallas beginnen eigenlijk al op de laatste zondag van februari met het La Crida, De Schreeuw. Dan geeft de kersverse Fallera Mayor - zeg maar de Koningin van de Fallas - vanop de Torres de Serrano het startschot voor de festiviteiten. Vanaf dan is er bijna elke dag iets te beleven, maar het grote publiek, waaronder duizenden toeristen, zakken pas in de nacht van 14 op 15 maart af naar de stad, wanneer de Casal Fallers hun kunstwerken opstellen. Elk monument telt tientallen torenhoge figuren die een grappige kijk bieden op de politieke, economische en sociale toestand van stad, land of wereld.

Dingen mee in de allerhoogste categorie: de fallas van Nou Campanar, Na Jordana, Almirante Cadarso-Conde Altea en El Pilar. Die laatste is uitstekend om je verkenning mee te beginnen. Het kunstwerk staat immers op een pleintje dat langs twee kanten toegankelijk is, zodat je de werken van dichtbij kan volgen. Vorig jaar pakte El Pilar uit met een wel 15 meter hoog monument van mensen, dieren en mythologische figuren, tot in de details uitgewerkt.

Laat maar knallen
Overdag slenter je naar believen van de ene falla naar de andere, maar er zijn twee events die je niet mag missen. Het eerste is de dagelijkse Mescletà, om 14 uur op het plein voor het stadhuis. Duizenden voetzoekers worden dan min of meer ritmisch tot ontploffing gebracht, met een oorverdovend lawaai, een wolk kruitdampen en een laaiend enthousiast publiek tot gevolg. Kom op tijd, stel je op in een van de zijstraten naar het plein of zorg voor oordopjes, want een spektakel als dit heb je nog nooit meegemaakt. plein is Plaza de la Virgen, waar de kathedraal prijkt. © Corbis, Belga.
Het tweede evenement is meer ingetogen. "Op 17 en 18 maart offeren duizenden falleros bloemen aan de maagd Virgen de los Desamparado", legt Miriam uit. Een metershoog houten staketsel wordt beetje bij beetje gevuld met de bloemen die de falleros komen afgeven tijdens een parade voor de patroonheilige van de stad. Dé gelegenheid om mannen, vrouwen en kinderen te zien in hun typische klederdracht.
De deelneemsters aan de feesten, 'falleras', zijn uitgedost in fanatastische kostuums. © Corbis, Belga.
Op de voorlaatste dag laten we het luidruchtige centrum even achter ons om bij te tanken in het natuurgebied van Albufera. Het ligt maar op 20 kilometer van de stad, maar wat een oase van rust! Een bootje lokt ons naar de rand van het 3.000 hectare grote meer en voert door allerlei kanaaltjes en bruggen langs de rijstvelden. Die zorgen voor het basisingrediënt van het beroemde streekgerecht: paella.
Nationaal Park L'Albufera ligt op nauwelijks 20 km van Valencia. © Corbis, Belga.
Naar het beste strand
We keren terug naar de stad, want willen ook wat meepikken van Valencia zelf. Net buiten het stadscentrum, aan het water, vind je Valencia Marina, een wijk die barst van de hippe bars en restaurants. Ook hier spotten we her en der falleros... én durvers die midden maart al het koude zeewater trotseren. Even afkoelen na al dat feesten, vermoeden we. Vanop een terrasje in de zon knikken we instemmend bij het lezen van Lonely Planet. De reisgids plaatste Valencia's stadsstrand namelijk twee jaar op rij in de top tien van beste stadsstranden. Wie zijn wij om dat tegen te spreken...

Ook een wandeling door Jardines de Turia, een groene oase in de vroegere rivierbedding van de omgelegde rivier Turia, biedt normaal gezien een rustgarantie. Maar ook hier word je nu opgeschrikt door petardos: ontploffende voetzoekers. We stappen onverstoorbaar verder richting einddoel: de Stad van de Kunsten en de Wetenschappen (Ciudad de las Artes y de las Ciencias). Dit complex werd aan het eind van de jaren 90 en het begin van de 21ste eeuw ontworpen door Santiago Calatrava en is hét uithangbord van de stad. De gebouwen zijn omgeven door vijvers en een park, en je vindt er onder meer het Oceanisch Park, een prachtig stadsaquarium. Op een boogscheut ervan ligt het fallas-museum. Jaarlijks wordt één beeld, een ninot, gered van het vuur om het in het museum te zetten.
Stad van de Kunsten en de Wetenschappen © Corbis, Belga.
Nog mooier bij nacht
De sfeer van de Fallas proef je nog beter als de zon ondergegaan is. De tijdelijke kunstwerken zijn de hele nacht verlicht en ogen mooier dan in het harde daglicht. Bijna elke avond is er ook vuurwerk in de Jardines de Turia. Het beste zicht heb je vanop de Puente de Aragon. Zorg dat je op tijd bent om een plaatsje te bemachtigen, vooral op 18 maart, wanneer de belangrijkste vuurwerkshow (de Nacht van het Vuur) plaatsvindt.

Op 19 maart is het bij de winnende Falla een drukte van jewelste. Iedereen wil de creatie een laatste keer bewonderen voor ze in vlammen opgaat. Maar ook de andere fallas kunnen op veel afscheidnemende blikken rekenen. Het blijft vreemd om te beseffen dat alles over luttele uren in brand zal worden gestoken. Wie op de laatste dag alle hoogtepunten wil beleven, moet een beetje plannen. Eerst is er de Parada Gran Mora, honderden figuranten die de belegering van Valencia door de Moren herdenken en in kleurrijke kostuums langs een parcours door de binnenstad trekken. Hiervoor reserveer je het best een zitplaatsje bij de Falla Almirante Cadarso-Conde Altea. In voorverkoop kost je dat 5 euro.
Op 19 maart gaan de prachtige sculpturen in vlammen op. © Corbis, Belga.
Tweede grote afspraak is de Cavalcada del Foc of de Vuurparade. Gewapend met vuur, voetzoekers en vuurwerk trekken aangeklede figuranten door de stad, om te eindigen op de Puerta de la Mar, een rond plein waar je de stoet van dichtbij kan bewonderen en een perfect zicht hebt op het afsluitende vuurwerk op de oude stadspoort. Na de parade worden de fallas per categorie in brand gestoken: om 22 uur de kinderfallas, om 22.30 uur de winnaar in de categorie van de kinderfallas. Om middernacht volgen de overige creaties, behalve de winnaar van de Sección Especial. Achter dranghekken kijken honderden mensen toe hoe de vlammen de monumenten in luttele seconden verzwelgen. Enkel een hoop as blijft over. Zonde, vinden wij.

Om 1 uur 's nachts moet de falla van het stadhuis eraan geloven, in aanwezigheid van de burgemeester. Heel wat Valencianen kunnen dan hun tranen niet bedwingen. Gelukkig barst met het vuurwerk erna een groot feest los, waarbij de locals dansen en drinken alsof hun leven ervan afhangt. Om dan in de vroege uurtjes naar huis te keren met een volle maag en een hoofd vol plannen voor volgend jaar...

Lekker eten
Al dat stappen en feesten bezorgt je vast een knorrende maag. Op deze vijf fijne adresjes kan je de innerlijke mens versterken.

A tu Gusto: klein maar hip en gezellig ingericht restaurant, ideaal voor een bezoek aan de Stad van Kunst en Wetenschap. Lekkere keuken, vriendelijke bediening.
A tu Gusto

Ricard Camarena: in dit restaurant met één Michelinster eet je verfijnd in een uniek decor, maar de bediening is toch los. Je kan ook aan een tafel aan de keuken eten.
Ricard Camarena

Samsha: modern restaurant waar je de moleculaire keuken kan proeven. Spectaculaire presentaties, bij elke gang aangepast brood. Samsha

Casa Bodega Montaña: bodega in het oude centrum met uitstekende wijnen en no-nonsensekeuken. Lekker, verzorgd en prima geprijsd. Emiliano Bodega

Lalola: de ideale plek in het centrum van de stad om paella te proeven, zowel binnen als op het terras. Hartelijke bediening.
Lalola restaurante

Praktisch
Erheen: Vueling vliegt rechtstreeks van Zaventem naar Valencia.
Vueling

Verblijf: Wij logeerden in driesterrenhotel Expo Hotel Valencia, in het nieuwe centrum van de stad, op wandelafstand van het oude centrum. Op het dak is een zwembad, waar je ook een mooi uitzicht over de stad (en het vuurwerk) hebt. Je bent hier vlak bij de Fallas, maar verblijft toch rustig. Tal van bussen stoppen voor de deur. Uitgebreid ontbijtbuffet. Expo Hotel Valencia

Meer info: bij de toeristische dienst, een van de infokantoren (bv. op de luchthaven, in de oude stad) of via de website Turis Valencia

(Bron: HLN.be) 

woensdag 25 februari 2015


Ben je van plan om op vakantie naar Curaçao te gaan? Je moet er dan rekening mee houden dat je op dit moment een verhoogd risico loopt op besmetting met het Chikungunya-virus. Dit virus wordt overgebracht door tijgermuggen en zorgt ervoor dat je aardig ziek kan worden. Dodelijk is de ziekte Chikungunya zelden. De term ‘killermug’ die door sommige media gebruikt wordt is dan ook volledig onterecht. Wel kun je er goed ziek van worden, lijden onder de pijnen en in een aantal gevallen kan de ziekte een nasleep van jaren hebben als het oudere patiënten treft.

Chikungunya epidemie of niet?

Het Chikungunya-virus wordt sinds een half jaar volop verspreid op Curaçao. Volgens deskundigen hebben de autoriteiten op het eiland het risico zwaar onderschat, waardoor het virus de kans heeft gekregen om genadeloos toe te slaan. De schattingen over het aantal besmettingen lopen uiteen van 20.000 tot mogelijk meer dan 75.000, waaronder een redelijke hoeveelheid toeristen. Bij zulke aantallen mag wat ons betreft van een epidemie gesproken worden. Het woord ‘epidemie’ wordt door het Curaçao Tourist Board vermeden, waarschijnlijk omdat dit een negatief effect kan hebben op het toerisme naar Curaçao.

Besmetting en ziekte

Op Curaçao wordt het Chikungunya-virus door twee muggensoorten verspreid: door de Aedes aegypti-mug (Denguemug) en door de Aedes albopictus (Aziatische tijgermug). Deze muggen slaan vooral overdag toe, tot enkele uren na zonsondergang. De voeten en enkels zijn de lievelingsplekken om toe te slaan. Net als bij normale muggen zijn het ook in dit geval alleen de vrouwtjesmuggen die prikken en het virus dus over kunnen brengen. Mocht je gestoken worden door een besmette mug, dan is de kans ongeveer 80% dat je ook daadwerkelijk ziek wordt. De incubatietijd bedraagt enkele dagen tot meer dan een week, waardoor er kans is dat je pas ziek wordt zodra je alweer thuis bent.
Het ziektebeeld bestaat vooral uit koorts en pijnlijke gewrichten. Daarnaast kunnen misselijkheid, hoofdpijn, buikpijn, uitslag en puntbloedingen voorkomen. Over het algemeen worden de gewrichtspijnen als het ergste onderdeel van de ziekte beschouwd. De enige remedie is rust en paracetamol.

Besmetting voorkomen

Er is geen vaccin of pil om besmetting met het Chikungunya-virus te voorkomen. Als je naar Curaçao gaat dan kun je het risico om door muggen gestoken te worden beperken door het gebruik van zalfjes of sprays met DEET. Zorg ervoor dat een middel minstens 10% aan DEET bevat. Als je gaat zonnen dan breng je eerst zonnebrandmiddel aan en daarna pas DEET. Probeer als je op pad gaat zoveel mogelijk gemakkelijk zittende schoenen met sokken te dragen in plaats van open slippers of sandalen. ‘s Nachts kun je onder een klamboe slapen, maar aangezien de kans op besmetting in de nachtelijke uren beperkt is, is ook de noodzaak om dit te doen kleiner dan het gebruik van DEET overdag.
Wie zeker wil zijn dat hij/zij niet besmet wordt, die kan er uiteraard ook voor kiezen om Curaçao te vermijden totdat het virus sterk gereduceerd is op het eiland. Zo annuleerde Jan Smit zijn reis afgelopen Kerst naar Curaçao vanwege Chikungunya.

zaterdag 21 februari 2015

De 10 mooiste stranden van Europa (volgens TripAdvisor)

© Wikimedia, Thinkstock.
Reisnieuws De lente staat voor de deur en nog vier maanden doorbijten en dan volgt de grote vakantie. Voor wie nog geen reisplannen heeft en hunkert naar de kust, zijn deze plaatsen misschien het overwegen waard. TripAdvisor-reizigers selecteerden de tien mooiste stranden van Europa en er zitten echte pareltjes tussen. Tijd om die vakantie te boeken, niet?

1. Rabbit Beach, Lampedusa, Italië

© thinkstock.

2. Playa de Ses Illetes, Formentera, Spanje

© Wikimedia.

3. Elafonissi Beach, Kreta, Griekenland

© thinkstock.

4. Woolacombe Beach, Devon, Engeland

© thinkstock.

5. Iztuzu Beach, Dalyan, Turkije

© thinkstock.

6. Fig Tree Bay, Protaras, Cyprus

© thinkstock.

7. Cala Rossa, Favignana, Sicilië

© thinkstock.

8. Weymouth Beach, Dorset, Engeland

© thinkstock.

9. Eggremni Beach, Lefkada, Griekenland

© Wikimedia.

10. Playa de Bolonia, Tarifa, Spanje

© Wikimedia.

dinsdag 17 februari 2015


Op reis naar Cuba? Dit moet je weten


Door:
10-2-15 - 14:58
© Thinkstock.
De kans op een cultuurschok is groot zodra je voet zet op het tropische Cuba. Vooral als je nog nooit een communistisch land hebt bezocht. De cultuurverschillen met Nederland zijn enorm en een goede voorbereiding is het halve werk. Wij zetten de belangrijkste informatie en tips op een rijtje.

Overnachten

© Thinkstock.
Cubanen werken voor een maandsalaris van ongeveer 20 euro in dienst van de overheid. Een hongerloontje, waar de meesten niet van rondkomen. Om bij te verdienen werken veel mensen in het toerisme, de branche waar het geld zit. Zo mogen Cubanen kamers verhuren aan toeristen (casa particular) en in hun woonkamer een restaurant runnen. Voor een kamer casa particular betaal je ongeveer 15 tot 20 euro. 75 euro per maand moet door de uitbaters worden afgedragen aan de overheid, dus na de vierde nacht houden ze er zelf wat aan over.

Tip: Hotels in Cuba zijn over het algemeen duurder dan casa particular. Daarnaast is er een tekort aan hotelkamers, meldt traveldailymedia.com. Deze en volgende maand zitten al compleet volgeboekt. Als de Amerikanen ook naar Cuba mogen reizen zal de schaarste nog erger worden, wat de prijzen zal doen stijgen. Cubanen mogen geen gebruikmaken van het internet, dus verwacht geen openbare wifi-spots. Sommige hotels bieden het wel aan, voor de toerist die echt niet zonder kan.

Reizen

© Thinkstock.
Het openbaar vervoer in Cuba is niet al te best geregeld. Cubanen rijden van A naar B in oldtimers uit de jaren '50. Daarnaast kijkt de overheid altijd mee, nergens ben je ongezien. Toeristen en lokalen die door het land reizen worden door de overheid flink in de gaten gehouden, door het overal checken van je paspoort tot het bespieden met camera's. Je visum regel je vóór je bezoek aan Cuba.

Tip: Huur een privétaxichauffeur die jou overal rondrijdt in zijn oldtimer in plaats van er zelf een te huren. Zo strand je niet ergens met autopech en kunnen verhuurbedrijven de (verzonnen) schade niet op jou verhalen. Een bijkomend voordeel, op die manier spek je de zak van een local die in zijn vrije tijd bijverdient, in plaats van de overheid.

Geld

© Thinkstock.
Cuba kent twee valuta. De peso voor de lokale bevolking en een harde valuta (convertibele peso), gelijk aan de Amerikaanse dollar, voor de toeristen. Met de peso worden vooral basisbehoeften aangeschaft en met de harde valuta de beperkte importproducten en luxebehoeften. Cubanen kunnen dus alleen een flesje Coca Cola kopen als ze werkzaam zijn in de toeristenbranche.

Tip: Neem voldoende euro's mee, geld pinnen is een onmogelijke opgave in Cuba. Voor twee weken Cuba kun je rekenen op een bedrag van 600 euro per persoon. Verstop je geld op meerdere plaatsen als je op pad gaat.

Criminaliteit

© Thinkstock.
Waar toerisme is, is oplichting. Houd je ogen open en laat je niet bedonderen. Wissel je euro's in bij officiële kantoren, koop sigaren niet bij een handelaar op straat (die zijn nep) en wees ervan bewust dat locals die je naar een restaurant gidsen commissie krijgen. Drie keer raden wie die commissie betaalt. Straatberoving van waardevolle spullen gebeurt weinig. Omdat Cubanen vaak geen iPads en smartphones hebben, is er ook geen markt om het door te verhandelen en valt de dief gelijk op. De overheid deelt flinke straffen uit op illegale praktijken en diefstal.   

Tip: Nepsigaren herken je aan de losse tabaksbladeren, eigenlijk afval, als je de sigaar opent.

(Bron:AD)
vorige | foto 2 van 10 | volgende

Tien bestemmingen die niet voor de hand liggen

Granada, Nicaragua
Nicaragua ligt in Midden Amerika en in het land ligt het gigantische meer Lake Nicaragua. Maar liefst 45 rivieren komen uit op dit meer. Aan dit meer ligt Granada, waar het koloniale verleden nog altijd zeer goed terug te zien is in het straatbeeld. De oude stad heeft een erg historisch centrum, met een grootse kathedraal en veel oude panden. De stad heeft nog altijd die typische Spaanse sfeer en omdat de oude stad niet erg groot is, zijn de bezienswaardigheden prima te bewandelen. © Thinkstock

zondag 18 januari 2015

Wie Julia's balkon wil zien, zal moeten dokken


 
Jaarlijks bezoeken anderhalf miljoen mensen het huis van Julia in Verona. © Kos.
Toeristen zullen binnenkort in de zakken moeten tasten als zij in de Italiaanse stad Verona het balkon van Julia willen zien. Dat meldt het Italiaanse agentschap Ansa.
De plaatselijke overheid wil een bedrag van 2,5 euro heffen voor wie toegang wil tot het binnenplein waar zich het balkon en een beeld van de heldin van Shakespeare's tragische romance 'Romeo and Juliet' bevindt.

Anderhalf miljoen bezoekers per jaar
Zowel Romeo als Julia zijn fictieve personages, maar dat verhindert stelletjes uit de hele wereld niet om het balkon te bezoeken waarmee de beroemde liefdesdialoog tussen de Montague en de Capulet wordt geassocieerd. Jaarlijks verdringen zich anderhalf miljoen bezoekers onder het balkon.

De woning van Julia, een museum dat de bezoeker de mogelijkheid geeft om op haar balkon te gaan staan, was al langer niet meer gratis: dat bezoek kost zes euro. In Julia's Huis worden ook bruiloften georganiseerd.

Het standbeeld van Julia is dan weer belangrijk voor vrijgezellen. De legende wil dat, wie haar in haar balkonnetje knijpt, snel "de ware" vindt.