Guadalest, het dorpje op de rots
Veel toeristen die in de zomermaanden de Costa Blanca bezoeken, komen niet veel verder dan de aangename stranden en de mooie zeeboulevards.
Als jaarlijks de lijst bekend wordt gemaakt van de door toeristen meest bezochte plekken in Spanje, is de naam Guadalest altijd in de top tien te vinden. Het dorpje, dat net iets meer dan tweehonderd inwoners telt, krijgt in twaalf maanden vrijwel net zo veel bezoekers te verwerken als het Prado-museum in Madrid. De reden voor deze onafgebroken stroom bezoekers is vooral de unieke ligging. De tocht vanuit drukke kustplaatsen als Benidorm en Calp duurt maar een half uurtje en leidt bovendien door een prachtig landschap van grillige bergen en terrassen met amandel- en olijfbomen. Het dorp zelf ligt bovendien in één van de mooiste dalen van de provincie Alicante. Het wordt gedomineerd door de ruïnes van twee kastelen en kijkt uit over een azuurblauw stuwmeer.
Als u met een georganiseerde excursie komt, kunt u het tijdstip van aankomst niet bepalen, maar als u zelf met de auto komt, doet u er goed aan ‘s ochtends bijtijds op pad te gaan en voor 10.00 uur in Guadalest aan te komen. De grote parkeerplaats midden in het dorp is dan nog leeg en het dorpje zelf verkeert nog in rust. Het ademt nog de sfeer uit van een authentiek Spaans bergdorpje. Een uur later is dat compleet veranderd. Achter de voordeuren van de meeste witte dorpshuisjes blijken souvenirwinkeltjes schuil te gaan, die hun waren beginnen uit te stallen in de smalle straatjes.Bij aankomst in Guadalest parkeert u (of de bus waarmee u komt) op één van de grote parkeerterreinen midden in het nieuwe gedeelte van het dorp. Vanaf die parkeerplaats is het enkele tientallen meters wandelen naar de entree van het oudere deel van het dorp, dat bestaat uit een lager deel en een hoger deel.
U loopt door de straatjes met winkeltjes en komt uit op een uitzichtpunt waar u voor u een enorm steile rots met daarop een karakteristiek wit torentje en aan de rechterkant de resten van een oud kasteel ziet. Het is dit plaatje dat op tientallen folders en ansichtkaarten staat en dat is niet verwonderlijk, het blijft een schitterend gezicht. U daalt nu een stukje af en gaat dan met een zigzag omhoog naar de ingang van de tunnel.
Deze tunnel was en is nog steeds de enige toegang tot het oudste deel van Guadalest. U zult begrijpen dat het voor de christelijke troepen in de dertiende eeuw niet meeviel dit dorpje te veroveren op de Moren, zij verschansten zich achter de rotsen en konden hun dorp goed verdedigen.Als u de tunnel door bent (en ondertussen één of twee keer op de foto bent gezet door ondernemers die u ertoe willen bewegen die foto bij vertrek te kopen) loopt u recht op de Casa Orduña af. Dit is een zeventiende-eeuws herenhuis dat nu onderdak biedt aan een interessant museum en bovendien de ingang vormt naar de kasteelruïnes. Het is de moeite waard dit gebouw te betreden en de entree te betalen, maar u kunt het beste eerst even linksaf slaan en het oude dorp verder inlopen. U passeert de kerk en een klein etnologisch museum en komt uit op het centrale pleintje met een leuk roestig beeld van de patroonheilige. Aan de rechterkant heeft u nu een werkelijk schitterend uitzicht over het onder Guadalest gelegen stuwmeer, dat azuurblauw is en omringd wordt door mooie natuur.
Aan het dorpsplein is ook het oude gemeentehuis en een twaalfde-eeuwse gevangenis gelegen. Die gevangenis kunt u bezichtigen. Erachter ligt de gemeentelijke lagere school. Rechts naast de school loopt een wandelpad over de muren. Als u tot de verste hoek loopt, kunt u de vallei van Guadalest helemaal overzien. U kunt zich nu misschien voorstellen hoe in de tijd van de Moren werd gecommuniceerd. In de verte, bovenop een grillige rotspartij, liggen de resten van het kasteel van Benifato. Meer aan de rechterkant liggen bovenop de bergwand de resten van het kasteel van Castell de Castells. Via deze twee kastelen én het kasteel van Guadalest kon men het hele dal controleren en het met signalen doorgeven als er gevaar dreigde.
Als u het plein, het uitzicht, de kerker, de winkeltjes en de kerk heeft bekeken, keert u terug naar de Casa Orduña. Na het passeren van de kassa wordt u door het mooie gebouw heen geleid (waar soms ook interessante tijdelijke exposities zijn) en vervolgens een trap op die u langs de eerste kasteelruïne leidt. Het Castillo de la Alcozaiba bestaat nog maar uit één toren, die uit de elfde eeuw dateert. Via een metalen constructie wandelt u verder naar het tweede en hoger gelegen kasteel, het Castillo de San José. Dit kasteel speelde niet alleen een belangrijke rol in de strijd tussen Moren en christenen, ook in later eeuwen was het door zijn strategische en unieke ligging belangrijk. Uiteindelijk werd het kasteel door twee aardbevingen en een explosie tijdens de Successie-oorlog in 1708 ernstig beschadigd. U kunt echter nog steeds de hoogste toren beklimmen en over de muren lopen en genieten van een onvergetelijk uitzicht. U kunt zich nu misschien ook voorstellen dat Guadalest één van de plaatsen was waar de ‘Moriscos’ het langst stand hielden. Hoewel dit deel van Spanje aan het einde van de dertiende eeuw door de christenen heroverd werd, was het grootste deel van de bevolking Moors. Deze Moren hadden al eeuwenlang in dit gebied gewoond en ze piekerden er niet over om te vertrekken. De nieuwe landheer, Bernardo de Sarriá, wist dat hij geen betere mensen zou kunnen vinden om de grond te bewerken en hij liet de Moriscos (bekeerde Moren) rustig hun gang gaan. Zo kon het dat Guadalest en veel omliggende plaatsen nog tot 1609 grotendeels Moors waren. In dat jaar besloot de Spaanse koning in het kader van de inquisitie alle Moren het land uit te zetten en er vond een ware klopjacht plaats. In Guadalest verschanste de bevolking zich nog lange tijd achter de rotsen en muren van hun dorp maar uiteindelijk moesten ze zich toch gewonnen geven. Het dorp bleef na het vertrek van de Moren vrijwel verlaten achter en moest worden herbevolkt met christenen uit andere delen van Spanje.
Boven bij de kasteelruïne kunt u ook nog een oude begraafplaats bekijken, met oude kruizen die in de aarde staan. In het nieuwere gedeelte zijn de nissen te zien, waar in Spanje meestal in begraven wordt.
Eenmaal weer beneden kunt u nog één van de vele curieuze musea bezoeken (zoals miniatuurmuseum, martelmuseum en kerststalmuseum), op jacht gaan naar een leuk souvenir of u neerzetten op een aangenaam terrasje.
Praktische informatie
Guadalest ligt 25 kilometer van Benidorm. U rijdt er naartoe via Altea La Vella en Callosa d’En Sarrià (de CV-755) of via La Nucía (de CV-70).
Door: Bea Lutje Schipholt
(Bron: Weekblad de Week)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten