donderdag 23 augustus 2012

Spanje; Benidorm

Het eilandje voor de kust van Benidorm

 


Een zon- en strandvakantie is pas compleet als je een boottochtje kunt maken.
 
Dat was het idee van de exploitanten die vijftig jaar geleden de eerste boottochtjes begonnen uit te voeren tussen de haven van Benidorm en het kleine eilandje dat voor de kust ligt, een onbewoond eiland waar de meeuwen de baas zijn en waarover ook een paar leuke verhalen te vertellen vallen.

Vanaf beide grote stranden in?Benidorm biedt het kleine eilandje dat recht tegenover het oude centrum ligt, een aantrekkelijke aanblik. Het is maar een klein stukje land van circa 350 bij 260 meter maar doordat er voor de kust van Benidorm verder geen eilanden zijn en het ‘isla de Benidorm’ op slechts twee zeemijl van de populairste stranden van zuidoost-Spanje ligt, is het een gewild doel voor een boottochtje.

Vissers brachten al sinds jaar en dag toeristen die een paar peseta’s op tafel wilden leggen naar het eilandje. Maar het was in 1962 toen een zekere Andrés uit Valencia op het idee kwam toeristenboten uit de haven te laten varen. Het plan werd gerealiseerd door José Cervera uit?Benidorm en het familiebedrijf ‘Excursiones marítimas Benidorm’ was een feit. Het leuke is dat vandaag de dag de excursie naar het eiland nog steeds worden georganiseerd door dezelfde familie.

Heel veel is er in de afgelopen vijftig jaar niet veranderd. De tochtjes met de ‘golondrinas‘ (zwaluwen), zoals de boten liefkozend worden ge­noemd, duurden in de beginfase circa 35 minuten en nu nog slechts een dik kwartier. En de laatste twee decennia is het mogelijk om via een boot met een glazen bodem de vissen en koralen rondom het eiland te zien. Eén van de boten die het traject haven-eiland afleggen heeft al zo’n glazen bodem. Wie op de andere boot de overtocht maakt, kan op het eiland overstappen op een kleinere boot met glazen bodem.

Een ander verschil met vroeger is het enige huisje dat er op het eiland staat. Te­gen­woordig is dit een restaurant waar u typische Spaanse ge­rechten kunt nuttigen. Maar het gebouwtje had in het begin een heel andere functie. Het was namelijk zo dat er tot 1959 behalve de vuurtoren geen enkel bouwwerk op het eiland stond. Het was in vorige eeuwen wel gebruikt als uitvalsbasis door piraten en in de negentiende eeuw zelfs door een aantal families die vluchtten voor een cholera-epidemie in Benidorm en Villajoyosa, maar toen de Spaanse regering op 8 augus­tus 1959 een wetswijziging doorvoerde, woonde er niemand en stond er ook geen huis. De wetswijziging hield in dat alle eilanden voor de Spaanse kust die niet bewoond waren, automatisch eigendom zouden worden van de staat. De gemeente Benidorm reageerde door in allerijl een wachthuisje te laten bouwen waarin een kustwacht moest gaan wonen. Zo bleef het eilandje eigendom van de gemeente.De kustwacht die in het huisje ging wonen, was Vicente Navarro, oom van de huidige burgemeester van Benidorm. Toen drie jaar later de golondrinas met toeristen naar het eilandje begonnen te komen, zag hij mogelijkheden voor een extra inkomstenbron. Eerst verkocht hij flesjes frisdrank aan de toeristen en later bouwde hij een bar in de huiskamer. Tegenwoordig is dezelfde ruimte dus restaurant.



Waar de gemeente dus in de jaren zestig bewerkstelligde dat het eiland gemeente-eigendom bleef, ging het in 1994 door veranderingen in de kustwet toch over in handen van de staat. Sindsdien woont er niemand meer op het eilandje, hoewel de exploitatie van het restaurantje nog altijd doorgang vindt. Tegenwoordig maakt het eilandje deel uit van het natuurpark Sierra Helada en dat betekent dat de natuur beschermd wordt en er verder niet ge­bouwd mag worden.Een boottocht naar het eilandje is een echte aanrader. Hoewel het maar een korte tocht is, zult u geen plek vinden van waaraf u een mooier uitzicht heeft op Benidorm dan vanaf deze boot. Binnen enkele minuten laat u de drukte van de stranden, de hoge gebouwen en winkelstraten achter zich en hoort alleen nog het geluid van de golven en de zee. Het uitzicht op de twee stranden aan weerszijden van de rots waarop ‘het kasteel’ en het oude centrum ligt, en de honderden torenflats wordt met de minuut mooier. Ook het bergachtige achterland is steeds beter te zien. Heel opvallend is de Puig Campana, met zijn 1406 meter de op één na hoogste berg van de provincie, en kernmerkend om­dat er een brok uit lijkt te ontbreken.

Een legende vertelt over de reus Roldán die op de hellingen van de Puig Campana woonde. Hij werd verliefd op een prachtige jonge vrouw en zij kwam bij hem wonen in zijn hut. Op een dag werd de vrouw erg ziek en de reus was radeloos. Een tovenaar vertelde hem dat de vrouw zou sterven als de laatste zonnestraal achter de berg verdwenen zou zijn.?De reus holde de Campana op en met een machtige houw sloeg hij een stuk uit de berg, zodat de zonnestralen er precies door konden en zijn geliefde nog iets langer zou leven. Toen hij terugkwam bij de hut, maakte hij nog net de laatste minuten van het leven van de vrouw mee. Het stuk steen dat de reus had weggeslagen, kwam in zee terecht en vormde daar het eiland van?Benidorm.

Van dit verhaal bestaan verschillende versies, van een jongeling uit Benidorm die verliefd werd en de berg opholde, van een Moor en een christen die samen vochten op de top van de Puig Campana... maar de meest vertelde is die van de reus. En als u vanaf het water of vanaf het eiland naar de Puig Campana kijkt, is best te begrijpen dat men dacht dat het gat was uitgehakt en hier terecht was gekomen.

Als u de overtocht heeft gemaakt op de boot met de glazen bodem, maakt u meteen een extra tocht naar de zogenoemde Bajo de la Llosa, een stukje zeereservaat aan de zuidkant waar de bodem op meer dan dertig me­ter diepte ligt en waar u, als u geluk heeft, veel vissen kunt zien. Als u op de boot zonder glazen bodem de overtocht maakt, stapt u zoals gezegd op het eiland over.

Het is ook aardig een wandelingetje te ma­ken over het eiland zelf. Het hoogste punt is 73 meter en vanaf dit punt ziet u een groot deel van de kust van de Marina Baixa. Door de geringe regenval van de laatste tijd is er weinig vegetatie maar er komen normaal toch enkele vrij zeldzame mediterrane planten­soorten voor. De zilvermeeuw en geelpootmeeuw zijn in groten ge­tale aanwezig maar de vogelkenner zal met een beetje geluk ook stormvogeltjes, slechtvalken en gierzwaluwen kunnen herkennen.

En hoewel het eiland dagelijks bezocht wordt door grote aantallen toeristen, blijft het grootste deel vlak bij de aanlegsteiger. De rest van het eiland is dus relatief rustig en het is leuk het te verkennen voor een volgende boot u weer terug brengt naar het drukke Benidorm.

Praktische informatie

De boten naar het ‘Isla de Benidorm’ vertrekken elke dag vanaf 10.00 uur uit de haven en daarna elk uur. Wanneer de laatste boot gaat, hangt van het weer en de tijd van het jaar af. Een retourtje kost 14 euro voor volwassenen en 11 euro voor kinderen. Ook vanaf het eiland gaat er elk uur een boot.

Door: Bea Lutje Schipholt
 (Bron:Weekblad De Week)
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten