maandag 28 mei 2012

Gouden regels voor meer barbecueplezier



De dagen zijn zonnig en de avonden blijven warm, het barbecueseizoen is officieel geopend! Heerlijk grillen met vrienden of familie, wie kan daar nu neen tegen zeggen? Met deze tips kan het alvast niet fout lopen.
1. Vergeet je kolen niet op tijd aan te steken, liefst lang voor de honger begint te knagen. Ze mogen namelijk niet meer branden, maar moeten mooi rood gloeien en bedekt zijn onder een kleine laag grijze as. De ideale test is je hand boven de hitte te houden voor 4 à 5 seconden. Als dat lukt, kan het grillen beginnen! Te warme baktemperaturen zouden alleen je vlees verpesten: verbrand aan de buitenkant en rauw aan de binnenkant.

2. Over vlees gesproken... Komt het uit de diepvries? Laat het dan zeker niet ontdooien op kamertemperatuur, maar leg het ruime tijd (1 dag) op voorhand in de koelkast. Zo vermijd je dat bacteriën massaal kweken op je BBQ-assortiment. Is het een last minute barbecue? Gebruik dan je microgolf om alles te ontdooien.

3. Overhaast tijdens het barbecuen niets, maar geniet gewoon van wat kleine tapa's, een lekkere aperitief en een gezellige babbel terwijl het vlees gaar wordt. Hamburgers die bijvoorbeeld niet goed doorbakken zijn, kunnen schadelijke bacteriën bevatten. De gemiddelde hamburger heeft een 11 à 13 minuutjes nodig om hapklaar te zijn. Laat het pletten trouwens ook maar achterwege, draai de hamburgers liever een keertje meer om ze egaal te laten garen. Zo vermijd je dat de sappen eruit lopen, die de vlammen snel doen opwakkeren en meer rook creëren. Dit is niet alleen ongezonder, maar kan ook de smaak aantasten.

Meer vleestips:
In vergelijking met steak en varkensvlees, heeft kip trouwens veel meer warmte nodig om goed te garen. Laat de kippenbillen en borststukken dus gerust wat langer liggen, 10 tot 15 minuten griltijd aan elke kant is doorgaans ideaal. Vleugeltjes worden best na 8 tot 12 minuten omgedraaid en voor een gewone kipfilet moet 6 tot 8 minuten per kant volstaan.

Bij worsten geldt de regel 'low & slow'. Bak ze dus op een lage temperatuur zodat de buitenkant niet onmiddellijk verbrandt of barst en laat ze lang sudderen. Wie toch niet graag wacht tot de temperaturen zakken, kan de worsten eerst een kwartiertje laten pruttelen in water en bier (voor de smaak), om ze dan op een middelmatig vuur te grillen.

Het geheim bij saté's ten slotte, is wat ruimte te creëren tussen het vlees en de groentjes ertussen. Nog beter is echter groenten en vlees op aparte spiesjes te bakken, aangezien ze andere gaartijden hebben.

4. Vertrouw niet op de truc van het kleurtje binnenin. Snijden in je vlees zorgt er alleen maar voor dat de sappen ontsnappen, waardoor alles veel sneller uitdroogt. De beste manier om te weten wanneer iets klaar is, is door af te gaan op de textuur. Goed gegaarde stukken vlees of vis moeten veerkrachtig zijn, niet zompig (rauw) of gespannen (doorbakken).

Laat het smaken!

(Bron:HLN.be) 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten