Aan de wandel met ‘de week’: rondom de Cabecó d’Or
Alles bloeit en loopt uit dus het is dé ideale tijd om de wandelschoenen aan te trekken en erop uit te gaan.
Praktische informatie
Duur: 3,5 - 4,5 uur
Moeilijkheidsgraad: Middel met een aantal steile stukken, veel hoogteverschil.Beginpunt: Via A-70 of N-332 rijdt u naar El Campello, iets ten noorden van Alicante. Midden in El Campello kiest u op de rotonde bij het Shell-benzinestation de richting Busot. Na 6 kilometer gaat u op een T-splitsing rechtsaf naar Busot en op de volgende rotonde kiest u de richting Jijona/Cuevas de Canalobre. Na circa 2 kilometer slaat u rechtsaf naar Cuevas de Canalobre. De weg gaat nu steil omhoog. In een bocht naar rechts ziet u aan de linkerkant van de weg een hele rij parkeerplaatsen. Hier zet u de auto neer.
NB: Doe deze route bij voorkeur op een heldere dag vanwege de fantastische uitzichten.NB2: Schoeisel met een goed profiel is noodzakelijk vanwege de vele losliggende steentjes.
Wandeling
Op de hoek van het brede wandelpad, dat vanaf de parkeerplaats linksafloopt, staat een informatiebord van de route die u gaat lopen, de PR-V2. Hierop kunt onder meer zien dat het hoogteverschil dat u gaat afleggen minimaal 500 en maximaal 750 meter is, afhankelijk van de vraag of u naar de top van de berg loopt of alleen de rondwandeling doet.
U loopt het brede pad op en bent na een paar passen al helemaal in de natuur. Hoewel dit een populaire route is die vooral in het weekend veel wandelaars trekt, is het er doorgaans vredig en stil. De uitzichten richting Jijona en de bergpas Carrasqueta aan de ene kant en de steile wanden van de Cabeço d’Or aan de andere kant zijn prachtig. Als u een kwartier onderweg bent en u draait zich om, ziet u ook de zee achter u.
De eerste minuten zijn gemakkelijk maar dan volgt een kort verhard stuk, dat nogal steil is. Dit duurt echter maar enkele minuten. Even later loopt u onder dennenbomen en over een stukje rotsgrond. Daarna wordt het weer een zandpad met steeds mooiere uitzichten.
Het woord ‘or’ in de naam Cabeço d’Or verwijst naar het Iberische woord ‘Ur’ dat water betekent. Binnenin de berg stroomde water en daardoor werden de prachtige Canelobre-grotten gevormd. Maar de bergketen biedt behalve deze grotten nog veel meer grillige vormen en gaten. Terwijl u verder wandelt, rijzen aan de rechterkant de rotswanden steeds steiler op en ziet u voor u een indrukwekkende kam. U passeert een bewoond huisje en ziet dat dit landschap vroeger uit landbouwterrassen bestond, die nu niet meer gebruikt worden. Op meerdere plekken langs het pad zijn beschermde florareservaten ingericht hoewel de informatieborden helaas niet meer leesbaar zijn.
U bent tot nu toe steeds rechtdoor gelopen maar na ruim een half uur wandelen komt u aan de voet van de grillige rotskam bij een splitsing.
U slaat hier rechtsaf en bent nu helemaal
omsloten door bergen. Even later ziet u links voor u een huisje. Hier
staat een stopbord en net voor dat bord slaat u rechtsaf. De geelwitte
strepen zijn goed te zien.
Vanaf nu wordt het een smal pad en begint de echte klim. Al zigzaggend gaat u binnen korte tijd een heel stuk omhoog. U passeert enkele enorme zwerfkeien en doet er goed aan af en toe achterom te kijken naar het uitzicht. Een paar keer gaat er in een bocht naar links een paadje rechtsaf maar zoals de steentjes op het pad al aangeven: u moet deze niet nemen. De tweede van deze paadjes leidt naar een grot in de rotswand die veel gebruikt werd door herders.
U blijft dus het zizaggende pad met de geelwitte strepen volgen. Zoals u zult merken, is dit vaak afgekort maar die afkortingen zorgen voor erosie dus ik ben er een voorstander het oorspronkelijke pad te volgen. Na in totaal een ruim uur wandelen wordt het even wat minder steil. U bereikt een soort open plek.?Ook nu gaat er een door haastige lopers gemaakte afkorting rechtdoor maar het echte pad slaat linksaf en komt even later op dezelfde plek uit. U komt nu in een bosrijk stukje en er volgt nog een flinke klim voor u uitkomt op de zogenoemde ‘collado’ (bergpas), een grote open plek met de ruïnes van een huisje (de Casa del?Polzet) en een sneeuwput. Hier heeft u een magnifiek uitzicht op de zee en het is een mooie plek voor een pauze.
U kunt nu kiezen. De echte klimmers willen ongetwijfeld naar de top. Zij slaan dan het pad in dat links naast het pad ligt waarover u net bent komen aanlopen. De klim naar de 1210 meter hoge top duurt nog circa 35 minuten en is behoorlijk pittig. Er zijn een paar trajecten met losse steentjes en één keer moet u met handen en voeten over de rotsen klauteren. Maar het uitzicht, tot aan de Peñón de Ifach, is alleszins de moeite waard. Op de top staat een paaltje dat aangeeft dat u zich hier op het hoogste punt van deze bergketen bevindt. Let vooral bij de afdaling heel goed op want de losse steentjes zorgen voor een groot risico op wegglijden. Na ongeveer één uur en twintig minuten komt u weer terug op de bergpas.
Zowel de bedwingers van de top als degenen die alleen de rondwandeling doen, lopen nu langs de ruïnes van de Casa del?Polzet en nemen het pad dat hier naar beneden loopt. Iets meer naar rechts ziet u nog een pad maar daar staat een geelwit kruis op een steen. Na vijf minuten komt u bij een V-splitsing en u slaat linksaf. U komt nu door één van de mooiste trajecten van de route, met grillige rotsen en aan uw rechterhand een rond gat in de rotsen dat ook te zien is vanaf de grotten. Het pad glooit lichtjes gedurende twintig minuten maar begint dan steiler te dalen via zigzagbewegingen. Het uitzicht op het strand van San Juan en de zee is prachtig. Minder mooi zijn de recent geplaatste elektriciteitsposten of het uitzicht op de steengroeve. Na het passeren van een grote elektriciteitsmast wordt het pad breder en u bereikt een splitsing met richtingaanwijzers. U gaat hier rechtsaf. Even later gaat u linksaf bij een paaltje en loopt langs enkele huizen. Na deze huizen staat er weer een richtingaanwijzer en u slaat rechtsaf. Het pad is nog even breed en wordt dan weer smal en rotsachtig. Er volgt een heel steile klim van circa twintig minuten zigzaggen die u naar de parkeerplaats van de grotten brengt. U geniet even van het prachtige uitzicht en loopt dan in tien minuten via de doorgaande asfaltweg terug naar de auto.
Door: Bea Lutje Schipholt
Vanaf nu wordt het een smal pad en begint de echte klim. Al zigzaggend gaat u binnen korte tijd een heel stuk omhoog. U passeert enkele enorme zwerfkeien en doet er goed aan af en toe achterom te kijken naar het uitzicht. Een paar keer gaat er in een bocht naar links een paadje rechtsaf maar zoals de steentjes op het pad al aangeven: u moet deze niet nemen. De tweede van deze paadjes leidt naar een grot in de rotswand die veel gebruikt werd door herders.
U blijft dus het zizaggende pad met de geelwitte strepen volgen. Zoals u zult merken, is dit vaak afgekort maar die afkortingen zorgen voor erosie dus ik ben er een voorstander het oorspronkelijke pad te volgen. Na in totaal een ruim uur wandelen wordt het even wat minder steil. U bereikt een soort open plek.?Ook nu gaat er een door haastige lopers gemaakte afkorting rechtdoor maar het echte pad slaat linksaf en komt even later op dezelfde plek uit. U komt nu in een bosrijk stukje en er volgt nog een flinke klim voor u uitkomt op de zogenoemde ‘collado’ (bergpas), een grote open plek met de ruïnes van een huisje (de Casa del?Polzet) en een sneeuwput. Hier heeft u een magnifiek uitzicht op de zee en het is een mooie plek voor een pauze.
U kunt nu kiezen. De echte klimmers willen ongetwijfeld naar de top. Zij slaan dan het pad in dat links naast het pad ligt waarover u net bent komen aanlopen. De klim naar de 1210 meter hoge top duurt nog circa 35 minuten en is behoorlijk pittig. Er zijn een paar trajecten met losse steentjes en één keer moet u met handen en voeten over de rotsen klauteren. Maar het uitzicht, tot aan de Peñón de Ifach, is alleszins de moeite waard. Op de top staat een paaltje dat aangeeft dat u zich hier op het hoogste punt van deze bergketen bevindt. Let vooral bij de afdaling heel goed op want de losse steentjes zorgen voor een groot risico op wegglijden. Na ongeveer één uur en twintig minuten komt u weer terug op de bergpas.
Zowel de bedwingers van de top als degenen die alleen de rondwandeling doen, lopen nu langs de ruïnes van de Casa del?Polzet en nemen het pad dat hier naar beneden loopt. Iets meer naar rechts ziet u nog een pad maar daar staat een geelwit kruis op een steen. Na vijf minuten komt u bij een V-splitsing en u slaat linksaf. U komt nu door één van de mooiste trajecten van de route, met grillige rotsen en aan uw rechterhand een rond gat in de rotsen dat ook te zien is vanaf de grotten. Het pad glooit lichtjes gedurende twintig minuten maar begint dan steiler te dalen via zigzagbewegingen. Het uitzicht op het strand van San Juan en de zee is prachtig. Minder mooi zijn de recent geplaatste elektriciteitsposten of het uitzicht op de steengroeve. Na het passeren van een grote elektriciteitsmast wordt het pad breder en u bereikt een splitsing met richtingaanwijzers. U gaat hier rechtsaf. Even later gaat u linksaf bij een paaltje en loopt langs enkele huizen. Na deze huizen staat er weer een richtingaanwijzer en u slaat rechtsaf. Het pad is nog even breed en wordt dan weer smal en rotsachtig. Er volgt een heel steile klim van circa twintig minuten zigzaggen die u naar de parkeerplaats van de grotten brengt. U geniet even van het prachtige uitzicht en loopt dan in tien minuten via de doorgaande asfaltweg terug naar de auto.
Door: Bea Lutje Schipholt
(Bron: De Week; Costa Blanca)
.
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten