zaterdag 1 februari 2014

Spanje; winterflora

Winterflora onder de loep

Hoewel er van winter dit jaar nog niet al te veel te bespeuren is geweest en afgelopen weekend zelfs de lente al even in de lucht hing, is het volgens de kalender natuurlijk nog volop winter. Het is een periode waarin er niet zo heel veel bloeit in de natuur in de provincie Alicante maar waar de oplettende wandelaar toch een aantal bijzonder planten en bloemen kan ontdekken. We nemen er hier een paar onder de loep.
 
De opvallendste verschijning in deze tijd van het jaar is zonder enige twijfel de amandelbloesem. Door de hoge temperaturen zijn de amandelbomen dit jaar wat vroeger dan normaal in bloei en vooral in de buurt van de kust staan er al heel veel bomen te pronken met hun prachtige tere bloemenpracht. Aan de bloem van de amandelboom is te zien dat deze boom tot dezelfde familie behoort als bijvoorbeeld de abrikoos, de (Japanse) kers en de perzik. Het betreft hier de prunus-familie en de Latijnse naam van de amandelboom is Prunus Dulcis. Het is een boom die afkomstig uit Azië is maar die al door de Feniciërs werd meegenomen naar Spanje en daar bijzonder goed bleek te gedijen, vooral in het milde klimaat van het zuiden en zuidoosten. In de provincie Ali­cante komen ze heel veel voor, bijvoorbeeld in het Jalóndal, maar ook op de terrassen aan de kust van de Marina Alta, op de berghellingen in het binnenland van de Marina Baja, de omgeving rondom Jijona en de streek tussen Elche, Cre­villente en Hondón de las Nieves.

De amandelboom is een boom met een donkere stam die drie tot vijf meter hoog wordt. De langwerpige, groene bladeren vallen in de winter van de boom en aan de kale takken ontluiken tussen eind januari en begin maart de vijfbladige bloemen, die alle tinten tussen wit en roze kunnen aannemen, met donkerder roze hartjes en gele of roze meeldraden. De bloemen geuren naar honing en oefenen een enorme aantrekkingskracht uit op bijen, die in groten getale om de boom heen zoemen. Maar hoewel deze bijen helpen bij de bestuiving heeft de amandelboom ze niet echt nodig, ze is namelijk zelfbestuivend.

Al vrij snel nadat de tere bloemblaadjes op de grond zijn gevallen, vormt zich in het hart een vrucht die eerst helgroen en fluwelig is. Binnenin zit vocht dat langzamerhand verhardt en laagjes vormt. En zo ontstaat vele maanden later - de oogst is doorgaans in september - de amandel, een witte noot die een dun bruin schilletje heeft, daaromheen een stevige lichtbruine schaal en uiteindelijk het overblijfsel van het oorspronkelijk groene fluwelen jasje. Er zijn twee soorten amandelen: een zoete en een bittere variant. In de bittere amandel zit de stof amygdaline, waar het giftige blauwzuur van gemaakt kan worden. Het eten van meer dan tien bittere amandelen, kan leiden tot verschijnselen als duizeligheid en ernstige ademhalingsstoornissen. De zoete amandel daarentegen is heel gezond: ze bevat veel onverzadigde vetzuren en vitamine E en ze werd vroeger dan ook veel geoogst in de provincie Alicante.

Tegenwoordig zijn veel amandelplantages verlaten omdat het goedkoper is om amandelen uit Californië te importeren. Aman­delbomen hebben verzorging nodig om te kunnen voortbestaan, af en toe een flinke snoeibeurt en het oogsten van de noten; gebeurt dat niet dan sterven ze langzaam maar zeker af en dat is goed te zien op de terrassen in de provincie Alicante.
Minder opvallend maar ook heel mooi is een bloem die momenteel volop bloeit in de droge, rotsachtige natuur van het achterland. Het is de struikkogelbloem of Globu­laria alypum. Uit een groene struik met hele kleine groene blaadjes steken lange steeltjes met daarop paarsblauwe, ronde bloemen. De bloemen lijken op paarse zonnetjes, ze hebben een groot hart en daarom heen kleine, lichter paarse blaadjes als zonnestralen. De struikkogelbloem komt voor langs de kant van landweggetjes en op rotsen. Ze heeft weinig water en veel warmte nodig en heeft zich verspreid over grote delen van de kuststreken aan de Mid­dellandse zee. De globularia-familie hoort officieel bij de kruiden en in het verleden werd de struikkogelbloem ook wel gebruikt als laxeermiddel.?Het is echter niet verstandig de plant zelf te bereiden, ze is giftig en kan leiden tot diarree en overgeven.Als we het hebben over kruiden, moeten we ook even stilstaan bij twee van de bekendste kruiden die in de binnenlanden van de Costa Blanca groeien en die nu allebei volop in bloei staan, tijm en rozemarijn. De tijm (Thymus vulgaris) is een heel onopvallend, laag plantje met minuscule roze bloemetjes. Ze groeit op rotsachtige en kalkhoudende grond en heeft veel zon nodig. Zodra u de plant aanraakt of een takje afplukt, komt de heerlijke, kruidige geur vrij. Tijm wordt dan ook veel gebruikt in de keuken, vooral voor het maken van kruidenthee en likeurtjes. Er zit bovendien een stof in die goed werkt tegen astma.

Net als tijm maakt ook rozemarijn (Rosma­rinus officinalis) deel uit van de lipbloemenfamilie. De struiken van de rozemarijn zijn alleen veel groter, soms wel twee meter hoog. De bloemen zijn lichtblauw en iets groter dan van de tijm. En de plant onderscheidt zich ook door de bekende smalle groene blaadjes, die in de keuken worden gebruikt als kruid, bijvoorbeeld bij gebakken aardappelen of om olijven in te maken. De geurige olie die uit rozemarijn kan worden gewonnen, wordt ook veel gebruikt in de cosmetische industrie, voor bijvoorbeeld zeep of badschuim.Net als tijm heeft ook rozemarijn weinig water en veel zon nodig en ze stelt weinig eisen aan de grond. De rozemarijnplant bloeit twee maal per jaar en is in de wintermaanden in de natuur van het bergachtige binnenland aan de Costa Blanca één van de opvallendste verschijningen.Een niet heel opvallende maar wel heel leuke winterse verschijning is het wilde viooltje viola arborescens. Aan een lage, houtachtige struik met langwerpige en dunne groene blaadjes, bloeien piepkleine paarse viooltjes. Ze hebben vijf bloemblaadjes, waarvan de vier bovenste effen lichtpaars zijn en de onderste donkerder paars met streepjes. De planten staan vaak langs de kant van paden en groeien op rotsen. Ze komen bijvoorbeeld veel voor langs het pad naar de vuurtoren van El Albir.Op sommige plaatsen al uitgebloeid maar altijd een mooie verschijning in de winter is de winterheide of Erica multiflora. De grote struiken met hun dikke trossen roze bloemen steken goed af tegen de steenachtige grond waarop ze groeien. De bloemen lijken op de dopheide zoals die in Nederland voorkomt maar de struik is anders: ze kan wel twee meter hoog worden. De bloemetjes hebben lange meeldraden en als ze uitgebloeid zijn, krijgen de bloemen een oranje tint die ook nog mooi is. De winterheide kan van oktober tot februari bloeien.

Bea Lutje Schipholt
(Bron: weekblad de week)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten