woensdag 24 april 2013

Spanje; Avilla

Lente-uitstapje: Middeleeuws Ávila 
 
Het weer wordt beter en de dagen worden langer dus het wordt tijd om weer op pad te gaan en mooie plekjes in Spanje te ontdekken. Zo’n mooi plekje is de ommuurde en eeuwenoude stad Ávila, die op elke straathoek geschiedenis uitademt en die dan ook in zijn geheel tot cultureel erfgoed van de Unesco is verklaard.
 
Hoewel Ávila de hoofdstad is van de gelijknamige provincie is het een kleine plaats: er wonen nog geen 60.000 inwoners. Ook is het een heel koude plaats: door de ligging op ruim 1100 meter is het er in de winter behoorlijk koud en de lente is daarom een meer aangewezen periode om deze boeiende stad te bezoeken.

Want boeiend is Ávila zeker. Het oude centrum wordt omgeven door de best bewaard ge­bleven complete stadsmuur van heel Spanje. Het is deze muur die u het eerste ziet als u komt aanrijden en die tijdens wandelingen door het oude centrum steeds weer voor u opdoemt. Al in de Romeinse tijd stonden er op deze plek stadsmuren maar de huidige muren werden tussen de elfde en veertiende eeuw gebouwd. De muren hebben een om­trek van 2,5 km en bestaan uit 2500 kantelen, 88 torens en 9 poorten. Zoals vrijwel alle gebouwen in het oude centrum van Ávila zijn de muren en de torens van grijs en zwart graniet gebouwd, het gesteente dat in deze buurt het meeste voorkwam. Dat maakt dat de stad een koelere sfeer uitstraalt dan andere Spaanse steden, waar muren en gebouwen van beige of bruingekleurde steen zijn opgetrokken.

Het is door één van de negen poorten dat u de oude stad betreedt. Het maakt niet uit aan welke kant u dat doet want het leukste is het gewoon door de stad te gaan slenteren. In vrijwel elke straat is wel een kerk, een kloos­ter of een oud paleis te vinden en op veel plaatsen ziet u verwijzingen naar één van de bekendste inwoners die Ávila ooit had: Teresa van Ávila. Deze zestiende-eeuwse gelovige vrouw werd één van de bekendste mystici uit de geschiedenis en ze werd in 1622 heilig verklaard.Als u bijvoorbeeld door de meest zuidelijke stadspoort, de Puerta de Santa Teresa, de oude stad heeft betreden, loopt u meteen tegen een kloostergebouw op. Dit klooster staat op de plaats waar de heilige Teresa ge­boren werd. Ook bij een oostelijke poort in de stadsmuur, de Puerta del Alcázar, staat een mooi beeld van Santa Teresa en het ertegenover gelegen, grote plein is zelfs helemaal naar de vrouwelijke heilige genoemd.

Zoals elk oud centrum in Spanje heeft ook Ávila een centraal gelegen plein met bogen. In dit geval is het de Plaza del Mercado Chi­co. Er zijn wat restaurantjes onder de bogen gevestigd, er zijn terrasjes en en er worden markten en evenementen georganiseerd. Ook het stadhuis is aan dit plein gevestigd. Rondom het plein zijn veel smalle straten waar autoverkeer verboden is en waar, zo­dra de zon gaat schijnen, de terrasjes als paddenstoelen uit de grond komen. Ook de overdekte markt ligt in dit gedeelte. Het is aangenaam op één van deze terrasjes neer te strijken en een dagmenu te bestellen. Een groot stuk rundvlees, de ‘chuletón de Ávila’, is de specialiteit van deze stad. Ook bonen (judías) staan veelal op het menu.



Via bijvoorbeeld de calle de los Reyes Cató­licos kunt u van het marktplein naar de Plaza de la Catedral lopen. Het is niet vreemd dat de Reyes Católicos een straat naar zich vernoemd hebben gekregen want ook koningin Isabel werd in Ávila geboren en deze stad was in de vijftiende en zestiende eeuw heel belangrijk in het koninkrijk Castilië.

De Plaza de Catedral is niet groot en de ka­thedraal zelf is oud (twaalfde tot vijftiende eeuw) maar niet zo indrukwekkend als sommige andere Spaanse kathedralen. Toch is het zeker de moeite waard het gebouw van binnen te bekijken. Het toegangskaartje geeft ook recht op het bezichtigen van enkele museumzalen en de met glas afgeschermde kloostergalerij. De achterkant van de ka­thedraal is ook interessant. Ze maakt namelijk deel uit van de stadsmuur.Misschien nog wel boeiender dan de ka­thedraal is de net buiten de muren gelegen Basílica de San Vicente. Deze Romaanse kerk dateert uit de twaalfde eeuw en alleen de laatst aangebouwde delen zijn gotisch. Het hoofdportaal is schitterend en heel in­drukwekkend is de drukbewerkte graftombe van de martelaren San Vicente de Ávila en zijn zusters. Het verhaal van hun vlucht - ze behoorden tot de eerste christenen- , gevangenname door de Romeinen, marteling en dood wordt gedetailleerd weergegeven.

Liefhebbers van de Romaanse architectuur moeten ook een kijkje gaan nemen bij de Iglesia de San Pedro, die aan de eerder ge­noemde Plaza de Santa Teresa ligt. Deze kerk dateert uit circa 1100 en is één van de oudste Romaanse kerken in de regio.

De stadsmuren nodigen natuurlijk ook uit om eroverheen te lopen. Dat kan op vier punten en u moet er wel toegang voor betalen. Maar het geeft een mooi perspectief op de straten en gebouwen binnen de muren en u kunt er zich ook voorstellen hoe goed de stad te verdedigen viel met dergelijke verdedigingswerken.

Ook een mooi uitzicht heeft u van het punt dat ‘Los Cuatro Postes’ wordt genoemd. Het is de moeite waard hier ‘s avonds laat naartoe te rijden met de auto, als de muren en de kerken verlicht zijn. Rijd langs de buitenkant van de mu­ren naar de westelijke kant van de stad en steek de rivier de Adaja over richting Salamanca. Na een paar honderd meter en nog vóór het hoge hotel ‘Cuatro Postes’ ziet u rechts een parkeerplaats en vier zuilen. Vanaf dit zes­tiende-eeuwse religieuze mo­nument heeft u een werkelijk schitterend uitzicht over de hele oude stad.

Ávila is, zoals eerder gezegd, niet groot en na één of twee dagen heeft u de stad wel bekeken. U kunt de trip nog verlengen met een bezoek aan het wandelgebied Sierra de Ávila, dat ten westen van de stad ligt, of onderweg naar Alicante stoppen bij het klooster en mausoleum van El Escorial, waar u bijna langs komt.

Praktische informatie:

Ávila ligt 540 km ten noordwesten van Alicante en is te bereiken door in Alicante de A-31 naar Madrid te nemen en deze te volgen tot aan de rondweg om Madrid. Via de M-50 wordt u onderlangs de hoofdstad ge­leid en weer omhoog tot u de afslag A-6 kunt nemen. De A-6 wordt na enkele tientallen kilometers tolweg maar het is de moeite waard die te nemen tot aan El Espinar, omdat u anders door heel veel dorp­jes geleid wordt. Bij El Espinar kunt u eventueel de SG-500 naar Ávila kiezen, Blijft u op de snelweg dan kiest u bij Villa­castin de AP-51 naar Ávila.In beide gevallen komt u de stad aan de oostkant binnen. U houdt het centrum aan en stuit al snel op de stadsmuren. Hier rijdt u omheen tot u de richtingaanwijzer vindt van het hotel dat u geboekt heeft, of een P die een parkeerplaats juist buiten de mu­ren aanduidt. Binnen de muren is alleen beperkt parkeren mogelijk.

Tip: Een zeer sfeervol, perfect gelegen en niet duur hotel is las Leyendas: www.lasleyendas.es. Dit en andere hotels zijn te boeken via www.booking.com

Door: Bea Lutje Schipholt

Geen opmerkingen:

Een reactie posten