Costa Almería, de warmste plek van Spanje
Zeg geen Costa del Sol tegen de Costa Almería, in het uiterste oosten van Andalusië en het warmste en droogste deel van Spanje. Langs deze kust vind je badplaatsen als Roquetas de Mar, maar dit is toch vooral de streek van sierra's, woestijnen en natuurparken die als decor voor vele films fungeren. Ryanair vliegt nu rechtstreeks naar dit stukje Andalusië.
Het strand van Garrucha is rustiger dan de toeristische trekpleisters Roquetas de Mar en Mojácar.
Het strand van Garrucha is rustiger dan de toeristische trekpleisters Roquetas de Mar en Mojácar.
Mojácar, met zijn witte Moorse huizen, ligt bovenop een heuvel die uitkijkt over de Middellandse Zee.
Mojácar, met zijn witte Moorse huizen, ligt bovenop een heuvel die uitkijkt over de Middellandse Zee.
De Far West in Spanje: een filmstudio in de woestijn van Tabernas.
De Far West in Spanje: een filmstudio in de woestijn van Tabernas.
De vuurtoren van het natuurpark Cabo de Gata, een ruig, vulkanisch gebied.
De vuurtoren van het natuurpark Cabo de Gata, een ruig, vulkanisch gebied.
Hotel Spa Calagrande in Las Negras in het park Cabo de Gata.
Hotel Spa Calagrande in Las Negras in het park Cabo de Gata.
Woestijnen in Europa? Jawel, in het zuiden van Spanje vind je de enige Europese woestijn die naam waardig. De Desierto de Tabernas is geen zandwoestijn, maar één van die ruige rotsachtige gebieden met veel cactussen en struiken, ravijnen en prairie. Het type woestijn van de Far West. En dat hadden slimme Europese regisseurs als Sergio Leone snel in de gaten. In plaats van een dure Atlantische oversteek te maken, namen ze hun spaghettiwesterns hier op. Films als 'Once Upon a Time in the West', 'The Good, the Bad and the Ugly' of 'A Fistful of Dollars', ze werden allemaal in deze uithoek van Spanje gedraaid.
Het is hier dat de filmcarrière van de toen nog onbekende Clint Eastwood startte. Vandaag kan je nog steeds een route volgen langs deze oude filmlocaties en de decors van bekende films ontdekken. Enkele filmstudio's zoals Oasis, Western Leone of Fort Bravo zijn toegankelijk voor het publiek.
Andalusische sfeer
Tabernas ligt iets ten noorden van de provinciehoofdstad Almería, de uitvalsbasis om alle bezienswaardigheden van de streek te bezoeken. Almería ademt een echte Andalusische sfeer uit, zonder overrompeld te worden door toeristen. Almería ligt aan een brede baai en was duizend jaar geleden een machtige stad, want van hieruit regeerden de Moren over grote delen van Andalusië en Murcia. De blikvanger van Almería is dan ook het Moorse fort Alcabaza uit de 11de eeuw.
Nadat de christenen de stad in de 15de eeuw heroverden, konden zij natuurlijk niet achterblijven en bouwden wat lager de Cathedral, die ook iets van een versterkte burcht heeft, want hij was tegelijk bedoeld als verdedigingsvesting tegen piraten. Tussen de Cathedral en de Paseo de Almería speelt het dagelijkse leven zich af volgens de Andalusische traditie, met respect voor de siësta: bedrijvig in de ochtend, rustig na de middag en vanaf een uur of vijf weer een drukte van jewelste.
De oude stad is een wirwar van straatjes met handelszaken, cafés, bodega's en oude wijnwinkels, onderbroken door grote en kleine pleinen, zoals de Plaza Vieja, het mooiste plein van Almería. Om te flaneren kan je naar de ramblas in het nieuwere deel van de stad. Die lopen door tot aan de haven, waar 's ochtends de vissersboten aanmeren. Almería heeft ook een gezellige zeeboulevard met zandstranden op het einde. Trek 's avonds naar de overvolle bars en cafés voor een tapeo en een sherry of een wijntje.
Als je de kustweg vanuit Almería naar het oosten volgt, kom je in een van de meest desolate plekken van Spanje terecht. Het natuurpark Cabo de Gata-Níjar strekt zich uit langs beide zijden van een landtong. De natuur in dit gebied van vulkanische oorsprong is uiterst ruig, maar met kliffen, baaien, rotsformaties, droge rivierbeddingen en zoutpannen. Een goede start om het park van 45.000 hectare te bezoeken, is het bezoekerscentrum in Retamar.
Indiana Jones
Even verderop bij het vissersdorpje San Miguel biedt zich al de eerste attractie aan, de lagunes van Las Salinas de Cabo de Gata, een broedplaats van flamingo's en vele andere vogelsoorten. Vandaar gaat een weg vol haarspeldbochten naar de vuurtoren van de kaap, met de spectaculaire rif der zeemeerminnen die als een puntige rots uit het water rijst.
Vanaf de kaap loopt de kustlijn van het park nog 40 km noordwaarts. Het oude vissersdorpje San José, tegen een steile rots opgebouwd, is nu een paradijs voor watersporters.
Voor je San José bereikt, kom je langs een onverharde weg die naar een van de mooiste plekjes van het natuurpark leidt, de stranden van Playa de los Genoveses en Playa Mónsul, met indrukwekkende duinen en grote rotsen in allerlei vormen. Voorbij San José is Los Escullos nog zo'n mooie plek met een kasteel en een strand met grillige rotsen.
Meer in het binnenland deed het oude goudmijnstadje Rodalquila ooit nog dienst als locatie voor 'Indiana Jones and the Last Crusade'. Verder landinwaarts staat de oude afgebladderde boerenhoeve van Los Frailes moederziel alleen in het landschap. Nog zo'n plek die uit een film lijkt te zijn weggelopen.
Mojácar
Meer naar het noorden langs de kustlijn liggen idyllische plaatsjes als Las Negras, een fraai vissersdorp met een kleine zeepromenade en enkele visrestaurants. Agua Amarga is een rustig plaatsje met een kristalheldere zee, waar men kan snorkelen, zwemmen en vissen.
Een van de meest toeristische plekken langs de Costa Almería is ongetwijfeld Mojácar, ten noorden van natuurpark Cabo de Gata. Je ziet het dorp met zijn witte Moorse huizen al van ver liggen, bovenop een heuvel die overweldigend uitkijkt over de Middellandse Zee. In de jaren 60 was dit nog een rustig Moors dorp, tot er een kunstenaarskolonie neerstreek. Nu is het kustgedeelte erg druk, maar het hogere gedeelte houdt ondanks de vele toeristische winkeltjes toch nog wat charme over. Struin wat rond tussen de witte huizen en koepels, de smalle straatjes, pleintjes en terrassen.
Badplaatsen
Als je het wat rustiger zoekt, ga dan naar het nabijgelegen Garrucha, met een kleine vissers- en jachthaven en visrestaurantjes. Hier worden de grote rode gamba's gevangen, een van de spectaculairste gerechten uit de Andalusische keuken.
Ten westen van Almería is een industrie van serreteelt op gang gekomen, die zich vooral concentreert rond de stad El Ejido. Langs de wegen zie je dan ook zeeën van plastic serres waarin tomaten voor heel Europa worden geteelt. Maar ook die kant van de provincie heeft mooie stranden en je vindt er badplaatsen, zoals Roquetas de Mar. Vlakbij kan je wandelen, fietsen of vogels spotten in het natuurgebied Punta Entinas-Sabinar.
Almerimar is een van de meest luxueuze toeristische complexen van de provincie, met golfbanen, luxehotels en een jachthaven. En ook Aguadulce heeft een jachthaven en een mooie promenade met discotheken, pubs en cafés. Die bedrijvigheid aan de kustlijn contrasteert sterk met het achterland. Hoe dieper je het binnenland van de provincie intrekt, hoe rustiger.