Gemiddeld zijn vakantiegangers voor een trip naar een Europese topbestemming in totaal zo'n 375 euro per persoon kwijt. Dat blijkt uit een onderzoek van het ING Economisch Bureau. Rome is met 530 euro het duurst van alle onderzochte steden. Vooral de kosten van vervoer drukken hun stempel op de reissom. Ze variëren van 10 tot wel 60 procent van het totaal.
Een nachtje slapen in Londen is veruit het meest prijzig. Dat kunnen de gratis musea ter plekke niet compenseren. Amsterdam is de op één na duurste stad om te overnachten. Voor een overnachting in een 3-sterren hotel komt de rekening al snel ruim boven de 100 euro uit.
Voor een weekendje Istanboel is een consument relatief veel kwijt om er te komen. Eenmaal aan de Bosporus is het leven niet meer zo duur. Na Praag is een weekendje naar het voormalige Constantinopel ter plekke het goedkoopst.
Niet alleen voor romantiek, maar ook voor de portemonnee is Parijs een goede keus dankzij de lage vervoerkosten. Ginder parkeren is wel een ander paar mouwen. Alleen duurdere hotels bieden de mogelijkheid om 'gratis' te parkeren. Na Parijs is eten en drinken het minst voordelig in Kopenhagen.
Berlijn is op geen enkel vlak uitzonderlijk duur of goedkoop. Wel heel voordelig is een bezoekje aan één van de belangrijkste toeristische trekpleisters, de Rijksdag. Die is namelijk kosteloos te bezichtigen.
Twee vliegtickets en een transfer naar Lissabon kosten iets meer dan 500 euro. En dat is veel geld voor een verplaatsing. Ter plekke wordt terrein goedgemaakt door de goedkoopste hotelkamers van alle bestemmingen uit de vergelijkende studie en gunstig geprijsde toeristische attracties.
(Bron: HLE Be)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten