Virgen del Carmen: beschermheilige van de zee
De
visserij is van oudsher een belangrijke bron van inkomsten in de
kustplaatsen van de provincie Alicante. Het is dan ook niet raar dat in
een land waar naamdagen van heiligen nog altijd volop worden gevierd,
uitgebreid wordt stilgestaan bij de naamdag van de beschermheilige van
de zee, de vissers en de zeevaarders: de Virgen del Carmen.
16
juli is de naamdag van de Vírgen del Carmen. In plaatsen met een
vissershaven benut men die dag om uitgebreid feest te vieren: met
folkloristische dansen, met een optocht en een bloemenofferande en
vooral met een spectaculaire processie, waarin het beeld van de heilige
Maagd wordt geplaatst op een met bloemen versierde boot en deze boot
vervolgens een rondje door de baai vaart, omringd door tientallen andere
bootjes en boten.
De Virgen del Carmen is één van de vele
verschijningsvormen van de Maagd María. In dit geval gaat het om de
Heilige Maagd Maria van de berg Karmel in Israël. De berg Karmel is een
plek die een aantal keren voorkomt in de Bijbel en waar de profeet Elia
een verschijning van de Maagd Maria zou hebben gezien. In de twaalfde
eeuw vestigde een groep gelovige christenen die een onderzoek
verrichtten naar het leven van de profeet Elia, zich op de berg en ze
richtten er een kapel voor Maria op. Ze stichtten er het begin van de
Karmelietenorde. In eerste instantie was de Karmelietenorde een groep
van kluizenaars die er zeer strenge regels op na hielden, ze leefden in
aparte cellen, in armoede en met zelfkastijding.
Toen het
Heilige Land langzaam maar zeker werd overheerst door de Islam,
vluchtten een aantal van de Karmelieten naar Europa en daar stichtten
ze hun eigen ordes. De groei van de Karmelieten nam een vlucht toen op
16 juli 1251 de Maagd van de berg Karmel aan de Engelse abt Simon Stock
verscheen en hem een scapulier overhandigde. Deze Simon werd
vervolgens één van de leiders van de karmelietenorde in Europa en hij
zou later heilig verklaard worden. Hij zorgde ervoor dat de orde minder
kluizenaarsachtig en streng werd. Er werden karmelietenkloosters
gesticht en de monniken mochten zich bezighouden met werkzaamheden
zoals het hoeden van schapen en het verzorgen van mensen. De monniken
en - vanaf de vijftiende eeuw - nonnen droegen een eenvoudige bruine pij
die leek op de scapulier die Simon Stock in ontvangst had genomen. In
de vijftiende eeuw bereikte de karmelietenorde Zuid-Amerika, waar ze
ook heel populair werd.
Al in 1386 werd 16 juli uitgeroepen tot
feestdag van de Karmelietenorde. Tot op de dag van vandaag is de hele
Rooms-katholieke kerk doorgegaan met het vieren van deze dag, hoewel het
vooral Spanje en Chili zijn waar de dag belangrijk is.
Het woord Karmel is overigens Hebreeuws
voor tuin. Mensen die wel eens in Granada zijn geweest, hebben misschien
opgemerkt dat de binnentuinen in het oude centrum daar ‘Carmen’ worden
genoemd.
Deze hele geschiedenis verklaart nog altijd niet waarom
de Virgen del Carmen wordt beschouwd als de beschermvrouw van de
zeevaarders. Dit zou te maken hebben met het feit dat men in de
Middeleeuwen dacht dat het woord María afgeleid was van ‘Stella Maris’,
‘ster van de zee’. Ook Simon Stock zou bij het zien van de Maagd hebben
uitgeroepen: ‘Dat u al uw kinderen zult beschermen, Stella Maris’.
In
de havens werden kapelletjes opgericht met de beeltenis van de Virgen
del Carmen en het werd een gewoonte voor zeevaarders om voor hun vertrek
tot de maagd te bidden voor een behouden thuiskomst. Toch was tot ver
in de achttiende eeuw San Telmo de officiële beschermheilige van de
zeevaarders. Dit veranderde door toedoen van de admiraal Antonio Barceló
Pont de la Terra, die onder zijn bemanning de verering van de Virgen
del Carmen instelde. Beetje bij beetje verving de marine San Telmo voor
de Virgen del Carmen en ook de vissers werden aangestoken. Zij hadden
zelf San Pedro maar de Virgen del Carmen werd ook voor hen elk jaar
belangrijker.Vanaf het einde van de achttiende eeuw begon men in diverse
kustplaatsen met het organiseren van processies op zee. Deze gewoonte,
die in Catalonië begon, zakte langzaam maar zeker af naar het zuiden en
tegenwoordig wordt in alle plaatsen met een vissershaven in meer of
mindere mate het feest van de Virgen del Carmen gevierd. In de provincie
Alicante zijn vooral de feesten in El Campello, Santa Pola, Altea en
het eiland Tabarca een bezoek waard, hoewel u ook in Calpe, Benidorm,
Villajoyosa, Jávea en Torrevieja terecht kunt voor de traditionele
processie op zee.
De feesten gaan vaak gepaard met
sportwedstrijden en veel activiteiten voor jongeren. Van oudsher was
het ook een dag waarop vissers op zoek gingen naar een partner en de
folkloristische dansen die in sommige plaatsen op het feestprogramma
staan, hadden die achtergrond. Als gevolg van het toerisme zijn er
allerlei nieuwe elementen aan de feesten toegevoegd, zoals het
optochten met karren, dans en muziek. Maar het belangrijkste is en
blijft de verering van de Virgen del Carmen.
In Santa Pola heeft
de Maagd een prachtig eigen kapelletje in de haven. Op de ochtend van
de 16e juli is daar een speciale mis en later op de dag wordt het beeld
van de Maagd in processie naar een speciaal voor de gelegenheid
uitgekozen boot gebracht. In de vroege avond begeeft iedereen die een
bootje in de haven heeft zich naar de haven. De boot met het beeld van
de Maagd gaat voorop en omringd door ontelbare versierde vissersboten en
kleinere bootjes wordt er een rondtocht gemaakt door de baai, een
prachtig gezicht.
In Altea wordt de Virgen del Carmen vergezeld
door de traditionele beschermheilige van de vissers, San Pedro (Petrus).
Hij mag ook mee op de boot, die door de hele baai vaart. In El Campello
vertrekt de stoet met bootjes uit de haven en vaart een stuk richting
san Juan, zodat de processie vanaf het strand en boulevard goed te zien
is.
Als de Maagd weer veilig aan land is, en weer is
teruggebracht naar haar eigen onderkomen, barst boven zee het
siervuurwerk los. Een mooie afsluiting van één van de vele
aantrekkelijke tradities die Spanje rijk is.
Voor zover bekend bij sluiting van de redactie, vindt u programma’s van de feesten in de culturele kalender.
Door: Bea Lutje Schipholt
(Bron: Weekblad De Week)