Wie een reis maakt naar Andalusië komt vrijwel altijd in Sevilla en Granada terecht en meestal ook in Córdoba. Maar ook het veel kleinere maar zeer interessante Ronda is een leuk reisdoel. De stad biedt volop bezienswaardigheden en de omgeving is schitterend.
Ronda ligt in de noordwestelijke hoek van de provincie Málaga, ruim vijftig kilometer van de zuidkust. Wie op een landkaart kijkt, zal zien dat er geen snelweg in de buurt van Ronda komt maar ook dat vrijwel alle wegen die naar de stad leiden met groen zijn aangeduid en dus wijzen op een mooie route. Wie naar Ronda reist, moet dan ook geen haast hebben en de tijd nemen om te genieten van het Spaanse binnenland in zijn puurste vorm.
Bij de stad aangekomen, is het verstandig de auto op één van de grote parkeerterreinen aan de buitenkant van het oude centrum achter te laten en te voet verder te gaan. Ronda heeft circa 37.000 inwoners maar het oude centrum is niet al te uitgestrekt en dus goed te belopen.Eenmaal aan de wandel houdt u de aanwijzingen voor Plaza de Toros en/of het toeristisch informatiecentrum aan. Er zit namelijk een toeristisch informatiecentrum vlakbij de monumentale Plaza de Toros en met een plattegrond en wat folders over stad en omgeving komt u altijd beter beslagen ten ijs. Bovendien is de Plaza de Toros, of u nu een voor- of tegenstander van stierenvechten bent, toch wel een bezoekje waard. Het gaat hier namelijk om één van de oudste en grootste stierenvechtersarena’s ter wereld, gebouwd in de achttiende eeuw. Er is een interessant museum bij waar u meer te weten kunt komen over deze omstreden Spaanse traditie die hier in de binnenlanden van Andalusië nog volop voortleeft. Voor de arena staat een beeld van Cayetano Ordoñez, een populaire stierenvechter uit Ronda en grootvader van twee populaire stierenvechters die vandaag de dag nog actief zijn.
U loopt nu via de Plaza de España naar de Puente Nuevo, de nieuwe brug. Deze brug werd in 1794 door dezelfde architect gebouwd die de stierenvechtersarena had ontworpen. De 100 meter hoge brug zorgde ervoor dat er een betere verbinding kwam tussen het oudste deel van de stad en het deel dat in de achttiende eeuw volop in ontwikkeling was. Tussen deze twee delen ligt namelijk een enorm diepe kloof, één van de grootste bezienswaardigheden van Ronda.
Als u over de Puente Nuevo loopt en aan de linkerkant in de diepte kijkt, ziet u de Puente Viejo, de Moorse brug die voorheen de enige verbinding over de kloof vormde, en u ziet de huizen die op de rand van de spectaculaire kloof balanceren. Kijkend in de diepte kunt u zich waarschijnlijk goed voorstellen waarom Ronda sinds mensenheugenis een populair woonoord is geweest. Al in de prehistorie was hier een woonkern en ook de Romeinen en Moren vonden dat dit door de aanwezigheid van de kloof een prima te verdedigen plek was.
Ronda ligt in de noordwestelijke hoek van de provincie Málaga, ruim vijftig kilometer van de zuidkust. Wie op een landkaart kijkt, zal zien dat er geen snelweg in de buurt van Ronda komt maar ook dat vrijwel alle wegen die naar de stad leiden met groen zijn aangeduid en dus wijzen op een mooie route. Wie naar Ronda reist, moet dan ook geen haast hebben en de tijd nemen om te genieten van het Spaanse binnenland in zijn puurste vorm.
Bij de stad aangekomen, is het verstandig de auto op één van de grote parkeerterreinen aan de buitenkant van het oude centrum achter te laten en te voet verder te gaan. Ronda heeft circa 37.000 inwoners maar het oude centrum is niet al te uitgestrekt en dus goed te belopen.Eenmaal aan de wandel houdt u de aanwijzingen voor Plaza de Toros en/of het toeristisch informatiecentrum aan. Er zit namelijk een toeristisch informatiecentrum vlakbij de monumentale Plaza de Toros en met een plattegrond en wat folders over stad en omgeving komt u altijd beter beslagen ten ijs. Bovendien is de Plaza de Toros, of u nu een voor- of tegenstander van stierenvechten bent, toch wel een bezoekje waard. Het gaat hier namelijk om één van de oudste en grootste stierenvechtersarena’s ter wereld, gebouwd in de achttiende eeuw. Er is een interessant museum bij waar u meer te weten kunt komen over deze omstreden Spaanse traditie die hier in de binnenlanden van Andalusië nog volop voortleeft. Voor de arena staat een beeld van Cayetano Ordoñez, een populaire stierenvechter uit Ronda en grootvader van twee populaire stierenvechters die vandaag de dag nog actief zijn.
U loopt nu via de Plaza de España naar de Puente Nuevo, de nieuwe brug. Deze brug werd in 1794 door dezelfde architect gebouwd die de stierenvechtersarena had ontworpen. De 100 meter hoge brug zorgde ervoor dat er een betere verbinding kwam tussen het oudste deel van de stad en het deel dat in de achttiende eeuw volop in ontwikkeling was. Tussen deze twee delen ligt namelijk een enorm diepe kloof, één van de grootste bezienswaardigheden van Ronda.
Als u over de Puente Nuevo loopt en aan de linkerkant in de diepte kijkt, ziet u de Puente Viejo, de Moorse brug die voorheen de enige verbinding over de kloof vormde, en u ziet de huizen die op de rand van de spectaculaire kloof balanceren. Kijkend in de diepte kunt u zich waarschijnlijk goed voorstellen waarom Ronda sinds mensenheugenis een populair woonoord is geweest. Al in de prehistorie was hier een woonkern en ook de Romeinen en Moren vonden dat dit door de aanwezigheid van de kloof een prima te verdedigen plek was.
De Puente Nuevo overstekend komt u in het oudste gedeelte van de stad, waar het aangenaam door de straten slenteren is. Als u meteen rechtsaf gaat, loopt u evenwijdig aan de kloof. U komt uit bij het Palacio de Mondragón, een van oorsprong Moors paleis met mooie patio’s en dat vooral een bezoek waard is omdat u vanuit de tuinen een mooi uitzicht heeft op de Puente Nuevo.
Verder lopend komt u uit bij een plein waaraan de Santa María La Mayor gevestigd is, een kerk die een mengelmoes van stijlen is, niet vreemd als u bedenkt dat de kerk in de vijftiende eeuw op de resten van een moskee werd neergezet. Het dubbele balkon met bogen en pilaren is heel apart en binnen zijn veel gotische invloeden te zien.
Op de relatief kleine oppervlakte die omringd is door kloven en waarop zich het oudste deel van de stad bevindt, wandelt u verder nog langs het stadhuis, een voormalige kazerne, het paleis van de Marqués de Salvatierra en de Arabische baden, die vlakbij de oude brug gelegen zijn en zich nog in heel goede staat bevinden.?Ze werden pas enkele decennia geleden ontdekt en stammen uit circa 1300.
Via deze kant kunt u de kloof ook oversteken en u wandelt terug naar het wat nieuwere deel dat in de volksmond Barrio del Mercadillo wordt genoemd. U kunt hier onder meer de mooie fontein met de acht buizen bekijken, het Parque de la Alameda en een viertal andere kerken. Omdat Ronda een populaire toeristische bestemming is voor dagtrips vanaf de Costa del Sol zult u zien dat er ook veel souvenirwinkels en terrasjes zijn en verder is het een genot om zonder haast door de straten met zijn witte gebouwen te wandelen en in één van de talloze tapas- en eethuisjes neer te strijken.
Als u in Ronda uitgekeken bent en nog wat bijzonder mooie natuur wilt zien, doet u er goed aan de stad aan de noordkant via de A-374 te verlaten en dan linksaf te slaan naar Grazalema. U komt nu op een kronkelige maar werkelijk schitterende weg die u in een dik half uur naar het dorpje Grazalema brengt. Dit plaatsje heeft iets meer dan tweeduizend inwoners en is een mooi voorbeeld van een traditioneel Spaans ‘wit dorp’. Het zal u opvallen hoe groen het hier is. Dat komt omdat dit gebied hoort tot de meest regenachtige van heel Spanje, een verbazend feit voor een gebergte in Andalusië. U kunt nu via dezelfde weg terugrijden naar Ronda of, in het geval u hier langer blijft, een prachtige rondrit maken naar El Bosque en dan zuidwaarts naar Ubrique. In Ubrique kunt u via een smalle weg weer terug naar Grazalema. Onderweg zijn er diverse ‘miradores’ (uitzichtpunten) en u zult het met me eens zijn dat dit Spanje maar weinig lijkt op de Costa Blanca.
Praktische informatie
Ronda ligt 525 kilometer van Alicante en is met de auto het best te bereiken door eerst de A-7 zuidwaarts te nemen, bij Puerto Lumbreras af te slaan richting Granada en de A-91 en dan A-92 te blijven volgen tot ruim voorbij Granada. Bij Llanos de Antequera kiest u de A-384 richting Campillos en Ronda en iets voor Campillos de A-357 richting Ardales en Ronda. na het oversteken van het stuwmeer van Guadalteba neemt u rechtsaf de A-367. Het is dan nog veertig kilometer via een redelijk goede secundaire weg naar Ronda.
Een andere optie is het boeken van een goedkope vlucht naar Málaga of Sevilla en in één van die steden een auto huren. Zowel de weg van Marbella naar Ronda als die van Sevilla naar Villamartín en dan door de Sierra de Grazalema zijn erg mooi. In deze gevallen bent u 95 respectievelijk 125 kilometer onderweg.
Overnachtingsmogelijkheden zijn er in alle prijsklassen. Wie zichzelf echt wil verwennen, kan kiezen voor de Parador van?Ronda, die midden in de stad ligt en uitkijkt over de beroemde brug. (www.parador.es) Op www.booking.com zijn hotels in de oude stad vanaf circa 60 euro per nacht voor een tweepersoonskamer te vinden, sommige gevestigd in oude paleizen. Op deze site vindt u, indien gewenst, ook accommodatie in Grazalema.
Door: Bea Lutje Schipholt
(uit "De Week")
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten