In Aalst hebben ze carnaval, in Valencia de Fallas. Van 15 tot 19
maart lopen de straten vol met de strafste creaties in papier-maché. En
op de laatste dag worden die... in brand gestoken. Een knalfeest dat de
stad letterlijk en figuurlijk in vuur en vlam zet.
Het begint al donker te worden wanneer we aankomen in Valencia, maar Miriam Mascaros van de toeristische dienst wil ons meteen onderdompelen in de Fallas-sfeer. Enthousiast troont ze ons mee naar de Casal Faller van El Pilar. "Een Casal is een groep mensen uit een bepaalde wijk die twee tijdelijke monumenten in papier-maché bouwen: een grote falla en een kleinere kinderfalla. Gerenommeerde artiesten staan in voor het ontwerp - zelfs Dalí heeft ooit een falla ontworpen. Iedereen helpt mee om het bouwwerk op tijd af te hebben. Een jaar lang worden activiteiten georganiseerd om geld in te zamelen, want een grote falla kost al snel 100.000 euro. Het duurste beeld ooit kostte een miljoen euro. Logisch dus dat iedereen wil winnen. De winnaar kan rekenen op extra aandacht en sponsors voor het jaar nadien. Toch is er ook solidariteit, want als de ene Casal in tijdsnood zit, komt de andere helpen", legt Miriam uit.
De Fallas beginnen eigenlijk al op de laatste zondag van februari met het La Crida, De Schreeuw. Dan geeft de kersverse Fallera Mayor - zeg maar de Koningin van de Fallas - vanop de Torres de Serrano het startschot voor de festiviteiten. Vanaf dan is er bijna elke dag iets te beleven, maar het grote publiek, waaronder duizenden toeristen, zakken pas in de nacht van 14 op 15 maart af naar de stad, wanneer de Casal Fallers hun kunstwerken opstellen. Elk monument telt tientallen torenhoge figuren die een grappige kijk bieden op de politieke, economische en sociale toestand van stad, land of wereld.
Dingen mee in de allerhoogste categorie: de fallas van Nou Campanar, Na Jordana, Almirante Cadarso-Conde Altea en El Pilar. Die laatste is uitstekend om je verkenning mee te beginnen. Het kunstwerk staat immers op een pleintje dat langs twee kanten toegankelijk is, zodat je de werken van dichtbij kan volgen. Vorig jaar pakte El Pilar uit met een wel 15 meter hoog monument van mensen, dieren en mythologische figuren, tot in de details uitgewerkt.
Laat maar knallen
Overdag slenter je naar believen van de ene falla naar de andere, maar er zijn twee events die je niet mag missen. Het eerste is de dagelijkse Mescletà, om 14 uur op het plein voor het stadhuis. Duizenden voetzoekers worden dan min of meer ritmisch tot ontploffing gebracht, met een oorverdovend lawaai, een wolk kruitdampen en een laaiend enthousiast publiek tot gevolg. Kom op tijd, stel je op in een van de zijstraten naar het plein of zorg voor oordopjes, want een spektakel als dit heb je nog nooit meegemaakt.
We keren terug naar de stad, want willen ook wat meepikken van Valencia zelf. Net buiten het stadscentrum, aan het water, vind je Valencia Marina, een wijk die barst van de hippe bars en restaurants. Ook hier spotten we her en der falleros... én durvers die midden maart al het koude zeewater trotseren. Even afkoelen na al dat feesten, vermoeden we. Vanop een terrasje in de zon knikken we instemmend bij het lezen van Lonely Planet. De reisgids plaatste Valencia's stadsstrand namelijk twee jaar op rij in de top tien van beste stadsstranden. Wie zijn wij om dat tegen te spreken...
Ook een wandeling door Jardines de Turia, een groene oase in de vroegere rivierbedding van de omgelegde rivier Turia, biedt normaal gezien een rustgarantie. Maar ook hier word je nu opgeschrikt door petardos: ontploffende voetzoekers. We stappen onverstoorbaar verder richting einddoel: de Stad van de Kunsten en de Wetenschappen (Ciudad de las Artes y de las Ciencias). Dit complex werd aan het eind van de jaren 90 en het begin van de 21ste eeuw ontworpen door Santiago Calatrava en is hét uithangbord van de stad. De gebouwen zijn omgeven door vijvers en een park, en je vindt er onder meer het Oceanisch Park, een prachtig stadsaquarium. Op een boogscheut ervan ligt het fallas-museum. Jaarlijks wordt één beeld, een ninot, gered van het vuur om het in het museum te zetten.
De sfeer van de Fallas proef je nog beter als de zon ondergegaan is. De tijdelijke kunstwerken zijn de hele nacht verlicht en ogen mooier dan in het harde daglicht. Bijna elke avond is er ook vuurwerk in de Jardines de Turia. Het beste zicht heb je vanop de Puente de Aragon. Zorg dat je op tijd bent om een plaatsje te bemachtigen, vooral op 18 maart, wanneer de belangrijkste vuurwerkshow (de Nacht van het Vuur) plaatsvindt.
Op 19 maart is het bij de winnende Falla een drukte van jewelste. Iedereen wil de creatie een laatste keer bewonderen voor ze in vlammen opgaat. Maar ook de andere fallas kunnen op veel afscheidnemende blikken rekenen. Het blijft vreemd om te beseffen dat alles over luttele uren in brand zal worden gestoken. Wie op de laatste dag alle hoogtepunten wil beleven, moet een beetje plannen. Eerst is er de Parada Gran Mora, honderden figuranten die de belegering van Valencia door de Moren herdenken en in kleurrijke kostuums langs een parcours door de binnenstad trekken. Hiervoor reserveer je het best een zitplaatsje bij de Falla Almirante Cadarso-Conde Altea. In voorverkoop kost je dat 5 euro.
Om 1 uur 's nachts moet de falla van het stadhuis eraan geloven, in aanwezigheid van de burgemeester. Heel wat Valencianen kunnen dan hun tranen niet bedwingen. Gelukkig barst met het vuurwerk erna een groot feest los, waarbij de locals dansen en drinken alsof hun leven ervan afhangt. Om dan in de vroege uurtjes naar huis te keren met een volle maag en een hoofd vol plannen voor volgend jaar...
Lekker eten
Al dat stappen en feesten bezorgt je vast een knorrende maag. Op deze vijf fijne adresjes kan je de innerlijke mens versterken.
A tu Gusto: klein maar hip en gezellig ingericht restaurant, ideaal voor een bezoek aan de Stad van Kunst en Wetenschap. Lekkere keuken, vriendelijke bediening.
A tu Gusto
Ricard Camarena: in dit restaurant met één Michelinster eet je verfijnd in een uniek decor, maar de bediening is toch los. Je kan ook aan een tafel aan de keuken eten.
Ricard Camarena
Samsha: modern restaurant waar je de moleculaire keuken kan proeven. Spectaculaire presentaties, bij elke gang aangepast brood. Samsha
Casa Bodega Montaña: bodega in het oude centrum met uitstekende wijnen en no-nonsensekeuken. Lekker, verzorgd en prima geprijsd. Emiliano Bodega
Lalola: de ideale plek in het centrum van de stad om paella te proeven, zowel binnen als op het terras. Hartelijke bediening.
Lalola restaurante
Praktisch
Erheen: Vueling vliegt rechtstreeks van Zaventem naar Valencia.
Vueling
Verblijf: Wij logeerden in driesterrenhotel Expo Hotel Valencia, in het nieuwe centrum van de stad, op wandelafstand van het oude centrum. Op het dak is een zwembad, waar je ook een mooi uitzicht over de stad (en het vuurwerk) hebt. Je bent hier vlak bij de Fallas, maar verblijft toch rustig. Tal van bussen stoppen voor de deur. Uitgebreid ontbijtbuffet. Expo Hotel Valencia
Meer info: bij de toeristische dienst, een van de infokantoren (bv. op de luchthaven, in de oude stad) of via de website Turis Valencia
(Bron: HLN.be)