maandag 7 juli 2014

Altea

Altea: parel van de Costa Blanca

In tegenstelling tot nabije gemeenten als Calpe, Benidorm en Villajoyosa heeft Altea geen uitgestrekte zandstranden. Maar dat feit heeft Altea misschien juist bewaard voor het massatoerisme.?Altea is en blijft, ondanks een enorme groei in de afgelopen twintig jaar, de ‘Parel van de Costa Blanca’: door het prachtige oude centrum, de uitzichten op de baai en het extra heldere licht dat nog altijd kunstenaars aantrekt.
 
Van welke kant u Altea ook nadert, altijd ziet u ruim van te voren het oude centrum op de heuvel liggen met op het hoogste punt de blauw met wit gespikkelde koepels. Die koepels hebben de twee kleuren die het meest opvallen in Altea: het knalblauw van de hemel en het stralende wit van de huizen in het oude centrum. Het is dit contrast dat al in de 19e eeuw schilders naar Altea lokte en dat nog steeds menig artiest ertoe doet besluiten neer te strijken in deze aangename plaats. De vestiging van de fa­culteit Schone Kunsten van de Universiteit Miguel Hernández, aan het einde van de twintigste eeuw, heeft de naam van ‘artistiek dorp’ alleen maar bevestigd.

Altea is de laatste decennia aardig uit zijn voegen gegroeid maar het centrum is nog altijd sfeervol en het is leuk een wandeling te ma­ken langs de mooiste plekjes. Vanaf de parkeerplaats aan zee (zie onder) wandelt u een stukje langs de zeeboulevard in noordelijke richting. Vanaf het ronde plein aan zee heeft u een mooi uitzicht over de hele baai, van de Peñón de Ifach in het noorden tot de Sierra Helada in het zuiden. De boulevard met haar vele terrasjes en haar witte tegels in alle maanden van het jaar een fijne plek om te wandelen. Op zomeravonden is er op deze plek bovendien vaak een markt.

U loopt de weg in die tegenover het ronde plein aan zee ligt en landinwaarts loopt. Dit is ook de enige plek waar u met de auto weer van de parkeerplaats aan zee af kunt rijden, er staan hier stoplichten. U steekt de drukke N-332 over en loopt rechtdoor. Aan uw rechterhand ziet u de plaza del Convento en op het punt waar de weg een beetje afbuigt , is er een lange rechte straat die naar rechts leidt. Dit is de Avenida Rey Jaime I, de belangrijkste winkelstraat van Altea. Hieraan zijn de banken, de winkels, de over­dekte markt en het gemeentehuis gevestigd. U kunt deze straat een eindje inlopen tot aan het plein van het gemeentehuis maar wie voor schilderachtig Altea komt, gaat nog een paar passen rechtdoor en ziet dan een beetje links voor zich de eerste trap naar het oude centrum liggen. De doorgaande weg buigt hier verder af naar rechts, de bedoelde trap, die deel uitmaakt van de Calle Mestre de la Música, ligt daar iets links van.

U komt nu in het oude Altea, het deel dat be­staat uit een wirwar van trappen en straatjes en waar de huizen vrijwel zonder uitzondering mooie bloeiende planten zoals bou­gain­ville en jasmijn aan hun gevels hebben hangen. Aan de rechterkant gaat een straatje met daarna een trap naar beneden dat naar de Plaza del Agua leidt, het plein waar in juli en augustus elke donderdagavond om 21.00 uur concerten worden gegeven (zie ‘Kalender’). Zoals de naam al aangeeft, is er op dit plein een oud waterreservoir te vinden.

U gaat verder rechtdoor en klimt behoorlijk. Eigenlijk maakt het niet uit hoe u precies loopt, het leukste is zelf een beetje te dwalen door de kleinste straatjes. Een beetje naar rechtsafbuigend en dan terug naar links komt u uit op een bocht in een asfaltweg. U loopt hier rechtdoor de asfaltweg in en bevindt zich in de Calle del Portal Viejo. Rechts heeft u een schitterend uitzicht op de Sierra de Bernia en links ziet u even later de oude poort die haar naam geeft aan deze straat. Dit is één van de twee poorten die nog bewaard is gebleven in de muur van het oudste gedeelte van de stad.

Nadat de Moorse bevolking in 1609 op de boot naar Afrika was gezet, moest Altea herbevolkt worden. Dat gebeurde vanaf 1617 toen zestig families het dorp kwamen bewonen. Vanaf dat moment begon de stad de vorm aan te nemen die u nu ziet.

Leuk is het gedicht dat naast de oude poort hangt en dat de haastige toerist een halt toeroept om even stil te staan bij het prachtige uitzicht dat hij vanaf het kerkplein heeft. Door de poort komt u eerst op een pleintje dat zich ‘s avonds vult met terrasjes en loopt dan rechtdoor de Calle Mayor in. Aan deze straat zijn enkele van de mooiste kunstwinkels gevestigd en ook een paar fijne restaurants. Het zijn sfeervolle, oude panden, met enorm dikke muren en balken aan het plafond. De Calle Mayor komt uit op het kerkplein, dat overheerst wordt door de 19e-eeuwse parochiekerk. Als de deuren van de kerk open staan, is het de moeite waard een kijkje binnen te nemen. Het interieur is licht en neobarok.

Het kerkplein wordt overdag vrijwel alleen be­zocht door toeristen maar in de namiddag en ‘s avonds komt het tot leven. Dan vullen zich de terrasjes, worden de stalletjes van de am­bachtsmarkt opgezet en wordt er menig feest gevierd. Zowel Spanjaarden als buitenlanders komen van heinde en verre om in het oude centrum van Altea te gaan dineren.

Langs de voordeur van de kerk steekt u het plein over naar het bal­kon aan de andere kant. Te­rug­kijkend ziet u nu de twee blauwwitte koepels waarover ik het eerder had. Vanaf het balkon zelf heeft u een schitterend uitzicht op de baai, de haven, de witte huizen met hun rode daken onder u en ook op het strand van Albir en de flats van Benidorm.

Met uw rug naar de reling van het balkon slaat u linksaf en ziet enkele van de oudste muren. Aan deze kant moest het dorp verdedigd worden tegen gevaar uit zee en dat is te zien aan de muren. U slaat rechtsaf de hoek om en loopt de smalle Calle San José in. U loopt rechtdoor totdat een drietal straten bij elkaar komt en u van tegels op asfalt terecht komt. Hier slaat u rechtsaf de bocht om en loopt via de Calle San Miguel weer terug naar de kerk. Aan deze straat is een aantal leuke artistieke winkeltjes gevestigd, met kleding, sieraden, schil­derijen etc. Weer op het kerkplein steekt u het nu rechts aanhoudend over en daalt dan via een steile trap de Calle Santa Bárbara af. Aan uw rech­terhand staan enkele van de mooiste oude panden van de stad en aan het einde komt u uit bij een parkje met alweer een prachtig uitzicht. Op zomeravonden is het hier goed toeven. Links afslaand ziet u vrijwel meteen de tweede poort in de oude muur. Ook ziet u, als u goed langs deze gevels kijkt, hoe schuin de muren lopen. Er is niet veel fantasie voor no­dig om zich voor te stellen hoe hier vroeger de stadsmuur liep. U loopt onderlangs de muren en gaat de eerste mogelijkheid rechtsaf naar beneden. U kiest nu steeds de straat die het meest naar beneden voert en daalt zo in vijf minuten weer af naar zeeniveau. U steekt de N-332 over en bent weer aan de boulevard. U kunt nu zuidwaarts lopen en de vissershaven met een bezoekje vereren.?Dat is vooral leuk in de namiddag, als de vissersboten aankomen en hun vangsten uitladen.?Het avond­licht over de witte huizen is vanaf deze plek ook erg mooi. Uiteindelijk loopt u terug naar de boulevard en als u rechtsaf slaat bent u binnen tien minuten weer bij het beginpunt.

Praktische informatie

Wie van ver komt, neemt op de snelweg afrit 64 en rijdt dan zuidwaarts via de N-332. Komt u van dichterbij, dan bevindt u zich waarschijnlijk al op de N-332, de druk­ke weg die dwars door het centrum loopt. Halverwege het centrum ziet u aan de zeekant een P-wegwijzer, die u een smal straatje inleidt tussen twee witte huizen. Uit het noorden komend is deze afslag naar links net na een zebrapad en een stop­licht. U houdt vervolgens links aan en parkeert op de parkeerplaats aan zee. Komt u met tram of bus, dan stapt u ook uit aan de N-332 en loopt in vijf minuten naar de bedoelde parkeerplaats aan de boulevard.

Als hier geen plaats is, kunt u de borden P volgen en in één van de betaalde parkeergarages in het lage deel van het centrum parkeren.

NB: Als u de vele trappen naar het centrum niet kunt of wilt oplopen. Kunt u ook de wegwijzers naar de universiteit Miguel Hernández volgen en op één van de parkeerplaatsen tussen deze universiteit en het concertgebouw Palau Altea parkeren. In dat geval loopt u in een rechte lijn zonder hoogteverschil naar het kerkplein.

Door: Bea Lutje Schipholt
 (Bron: Weekblad De Week)
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten