Het einde van de burgeroorlog: na 75 jaar nog vers in geheugen
-Vorige
week werd stilgestaan bij het feit dat het precies 75 jaar geleden was
dat de Spaanse burgeroorlog tot een einde kwam en Franco zijn
dictatoriale bestuur over heel Spanje begon. Alicante was de laatste
plaats die door de fascistische troepen werd veroverd en het was dan ook
vooral hier dat herinneringen werden opgehaald.
In de gemeente Petrer, op veertig kilometer van de stad Alicante, ligt verscholen in het bos een finca die een belangrijke rol speelde in de laatste dagen van de Spaanse burgeroorlog. Het was de plek waar de regering van de Tweede Spaanse Republiek een onderkomen had gevonden, terwijl een steeds groter deel van Spanje onder voet werd gelopen door de troepen van Franco. Het was op deze plek in het bos dat de twee laatste vergaderingen van de ministerraad plaatsvonden en het was vanaf deze plek dat de toenmalige president Juan Negrín in maart 1939 in een vliegtuigje stapte dat hem naar het veilige Frankrijk bracht. Daarmee was de overgave van de republikeinse troepen bijna een feit en de overgebleven soldaten werden min of meer aan hun lot overgelaten.
Vandaag de dag herinnert niets meer aan dat illustere verleden van de finca el Poblet in Petrer. Het huis is vervallen en plannen om het gebouw te beschermen en het zelfs mogelijk te maken er een soort museum van te maken bleven steken. Anders is dat in de haven van Alicante. Daar werd de afgelopen weken met diverse herdenkingsbijeenkomsten stil gestaan bij die laatste dagen van de burgeroorlog en er werd een gedenksteen onthuld die ervoor zorgt dat het lot van vele duizenden mensen niet vergeten wordt. Want in de dagen voor op 1 april 1939 het einde van de burgeroorlog werd afgekondigd, was Alicante het reisdoel geworden van republikeinen uit heel zuid oost Spanje. Vanuit het enkele dagen ervoor definitief door Franco veroverde Madrid haastten zich duizenden politici, militairen maar ook gewone burgers naar de enige haven die nog ‘vrij’ was en waar Britse en Franse schepen nog aan konden leggen.
Het was een einde van een gewapend conflict dat in juli 1936 was begonnen met een poging tot staatsgreep van een groep rechtse generaals die in opstand kwam tegen de Tweede Spaanse Republiek. De staatsgreep lukte maar half en de republikeinen weerden zich heftiger dan verwacht. Het gevolg was een conflict tussen rechts en links dat gedurende bijna drie jaar heel Spanje verscheurde. Het conflict mondde uit in een gruwelijke oorlog met veel geweld, waarin familieleden en buren soms tegenover elkaar kwamen te staan en waarin wonden werden geslagen waarvan de littekens vandaag de dag nog niet overal genezen zijn.
Aan de rechterkant, die gevormd werd door nationalisten, koningsgezinden, conservatieve katholieken en fascisten gingen de laatste van dat rijtje steeds meer de overhand voeren.
Generaal Franco bleek een sterk leider en hij
bemachtigde de steun van Italië, Portugal en Duitsland. De linkerkant
werd gevormd door onder andere communisten, socialisten en antifascisten
en zij kregen steun uit Mexico en de Sovjet Unie en ook van
idealistische strijders uit westerse landen.In de gemeente Petrer, op veertig kilometer van de stad Alicante, ligt verscholen in het bos een finca die een belangrijke rol speelde in de laatste dagen van de Spaanse burgeroorlog. Het was de plek waar de regering van de Tweede Spaanse Republiek een onderkomen had gevonden, terwijl een steeds groter deel van Spanje onder voet werd gelopen door de troepen van Franco. Het was op deze plek in het bos dat de twee laatste vergaderingen van de ministerraad plaatsvonden en het was vanaf deze plek dat de toenmalige president Juan Negrín in maart 1939 in een vliegtuigje stapte dat hem naar het veilige Frankrijk bracht. Daarmee was de overgave van de republikeinse troepen bijna een feit en de overgebleven soldaten werden min of meer aan hun lot overgelaten.
Vandaag de dag herinnert niets meer aan dat illustere verleden van de finca el Poblet in Petrer. Het huis is vervallen en plannen om het gebouw te beschermen en het zelfs mogelijk te maken er een soort museum van te maken bleven steken. Anders is dat in de haven van Alicante. Daar werd de afgelopen weken met diverse herdenkingsbijeenkomsten stil gestaan bij die laatste dagen van de burgeroorlog en er werd een gedenksteen onthuld die ervoor zorgt dat het lot van vele duizenden mensen niet vergeten wordt. Want in de dagen voor op 1 april 1939 het einde van de burgeroorlog werd afgekondigd, was Alicante het reisdoel geworden van republikeinen uit heel zuid oost Spanje. Vanuit het enkele dagen ervoor definitief door Franco veroverde Madrid haastten zich duizenden politici, militairen maar ook gewone burgers naar de enige haven die nog ‘vrij’ was en waar Britse en Franse schepen nog aan konden leggen.
Het was een einde van een gewapend conflict dat in juli 1936 was begonnen met een poging tot staatsgreep van een groep rechtse generaals die in opstand kwam tegen de Tweede Spaanse Republiek. De staatsgreep lukte maar half en de republikeinen weerden zich heftiger dan verwacht. Het gevolg was een conflict tussen rechts en links dat gedurende bijna drie jaar heel Spanje verscheurde. Het conflict mondde uit in een gruwelijke oorlog met veel geweld, waarin familieleden en buren soms tegenover elkaar kwamen te staan en waarin wonden werden geslagen waarvan de littekens vandaag de dag nog niet overal genezen zijn.
Aan de rechterkant, die gevormd werd door nationalisten, koningsgezinden, conservatieve katholieken en fascisten gingen de laatste van dat rijtje steeds meer de overhand voeren.
Langzaam maar zeker wonnen de troepen van Franco terrein en er vonden gruwelijke ‘zuiveringen’ plaats, waarbij tienduizenden mensen om werden gebracht. De republikeinen schroomden er niet voor dezelfde gruwelijkheden uit te voeren als er nationalisten in hun handen vielen. De wederzijdse haat werd steeds groter en er werd gevochten met een passie die alleen voorkomt in burgeroorlogen.
In het begin van 1939 hadden de legers van Franco de controle over tweederde van Spanje. Alleen het zuidoosten was nog in Republikeinse handen: Madrid, Castilla La Mancha, Valencia, Alicante, Murcia Almería, Jaén en een stuk van Granada. De republikeinen kregen echter een grote klap toen het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk in februari aangaven dat ze de regering Franco erkenden. Tien dagen later vluchtte Negrin met zijn ministers uit Petrer naar Frankrijk en tussen 7 en 12 maart vonden de tot dan toe bloedigste gevechten plaats in Madrid. De republikeinen verweerden zich met hand en tand, ondanks het feit dat hun regering al vertrokken was maar op 28 maart vierden de nationalistische legers de definitieve verovering van de hoofdstad. Het betekende meteen ook het eind van het verzet dat de Republikeinen in andere delen van Spanje nog ophielden. Op 1 april werd Franco erkend door de Verenigde Staten en werd het einde van de oorlog afgekondigd.
Omdat Franco en zijn legers bekend stonden om hun uiterst gewelddalige represailles, ontstond er in die laatste periode van de burgeroorlog een stroom van vluchtelingen naar de haven van Alicante.
In de eerste helft van maart waren op die manier al enkele tienduizenden mensen erin geslaagd Spanje te verlaten. Dat werd moelijker toen de Italiaanse troepen, die Franco te hulp kwamen, een aanval plaatsten op de haven van Alicante en er bovendien op toezagen dat buitenlandse schepen die vluchtelingen wilden oppikken niet meer konden aanleggen in Alicante. De situatie in de haven werd steeds wanhopiger. Er hadden zich tussen de vijftien- en twintigduizend mensen verzameld, onder wie veel vrouwen en kinderen.
Slechts één van de buitenlandse kapiteins van de boten die al in de haven van Alicante lagen om goederen te vervoeren, trok zich het lot van de vluchtelingen aan. Archibald Dickson van de Britse boot Stanbrook liet 2638 mensen aan boord van zijn boot en vergat de sinaasappels die hij eigenlijk had moeten inladen. Hij bracht de vluchtelingen naar het Algerijnse Oran en redde daarmee de levens van heel veel mensen want de boot was nog maar net vertrokken toen de haven van Alicante met zijn duizenden vluchtelingen werd gebombardeerd. Daarbij kwamen honderden mensen om het leven. Anderen sprongen wanhopig in zee of verloren het leven bij hun verzet toen ze gevangen werden genomen. Vele anderen overleden in de cellen van het fascistisch regime.
Er is geen familie in Spanje die niet een grootvader, (oud)oom of ander familielid heeft verloren in de burgeroorlog en de littekens van deze strijd, die driekwart eeuw geleden tot een einde kwam, zijn dan ook nog altijd zichtbaar in de samenleving. Zelfs nu het einde van de dictatuur al bijna veertig jaar achter ons ligt, blijft het nodig om stil te staan bij deze zwarte bladzijde uit de Spaanse geschiedenis, zodat er nooit meer zoiets kan gebeuren.
Door: Bea Lutje Schipholt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten