Aan de wandel met ‘de week’: de rivierbedding van Mutxamel
Soms hoef je niet ver van de kust weg te gaan om verrassende plekjes te vinden. Zo zijn er de zogenoemde ‘droge rivieren’, waarvan de beddingen vooral in de lente begroeid zijn met een rijke vegetatie. De rivierbedding van Mutxamel is een mooi voorbeeld. Ooit zorgde deze rivier met een systeem van kanalen, dammen en sluizen, voor de watervoorziening van een hele streek.
Praktische informatie
Duur: circa 2,5 uur
Moeilijkheidsgraad: gemakkelijk
Beginpunt: Het beginpunt van de wandeling is het recreatiegebied ‘La Sabateta’. Om daar te komen, kiest u iets ten noorden van Alicante de afslag Jijona/Mutxamel en rijdt de CV-800 op. U negeert de eerste afslag Mutxamel en ook de afslag Busot. U neemt echter de derde afslag, die u linksaf laat slaan richting Mutxamel/San Juan. U rijdt tot aan een rotonde. Aan deze rotonde liggen de gebouwen van de grote Bonnisa-tomatenproducent. U gaat de rotonde helemaal rond en rijdt dezelfde weg weer op als waar u vandaan komt. Na enkele tientallen meters slaat u schuin linksaf. Er staat hier al een bordje met ‘Sabateta’. Na enkele honderden meters slaat u rechtsaf en rijdt de brug over de snelweg over. Meteen na deze brug slaat u rechtsaf en een eindje verderop kunt u links van de weg de auto neerzetten op de parkeerplaats van het recreatiegebied.NB: Doe deze wandeling niet als het pas hard geregend heeft.
Wandeling
Recreatiegebied ‘La Sabateta’ kijkt uit over de rand van de rivierbedding van de ‘rio seco’, die in de diepte ligt. Er staat twee informatieborden over de rivier en de waterwerken aan de rand en hierop kunt u ook de wandelmogelijkheden bekijken. Naast deze borden is een trap.
U daalt de trap af naar beneden en komt uit in de rivierbedding. Hoewel de wandeling die ik vandaag voorstel onderaan linksafslaat, is het interessant eerst even rechtsaf te slaan en een stukje door en langs het gebouwencomplex te lopen dat hier voor u ligt. Het gaat hier om de Assut de Mutxamel. Assut is Valenciaans voor Azud, wat waterkering betekent. Deze van oorsprong zestiende-eeuwse constructie vormde de kern van de waterverdeling die ervoor moest zorgen dat alle akkers tot aan de kust - de zogenoemde Huerta de Alicante - van het water uit de bergen werden voorzien. Dit water kwam uit het stuwmeer van Tibi en uit het riviertje Mon-negre. U kunt dammen onderscheiden, evenals pompmechanismen, sluizen en kanalen. Helaas zijn de gebouwen slecht onderhouden en beklad.
De wandeling, die met groenwitte strepen is aangegeven, loopt aan deze kant verder naar andere waterwerken tussen El Campello, Bonalba en San Juan. Hoewel dat interessant is, loopt deze route vlakbij de snelweg en is er constant veel lawaai.
Ik kies ervoor de rust op te zoeken en de andere kant uit te wandelen. U keert dus om en loopt terug naar de voet van de trap. Hier slaat u nu linksaf en u loopt meteen tussen het riet. Na een paar minuten moet u schuin rechtsaf en dan steil omhoog naar het groenwitte paaltje dat u bovenaan ziet staan. Boven gaat u linksaf.
Hoewel deze rivier zelfs op officiële kaarten droge rivier genoemd wordt, is er het grootste deel van het jaar wel degelijk een stroompje water. Deze aanwezigheid van water zorgt ervoor dat er veel vegetatie is en dat er plantensoorten voorkomen die u niet veel ziet aan de Costa Blanca. Zo ziet u gedurende hele route ontelbare exemplaren van de tamarisk, een struik die doet denken aan een conifeer maar die prachtige roze bloemen heeft.
Op een V-splitsing gaat u rechts en u loopt door een breder stuk van de bedding. Aan uw rechterhand ziet u de ruïnes van een molen, het is slechts één van de vele graanmolens die vroeger langs de rivier stonden. Vlak na de ruïne ziet u een bordje, u gaat hier links en meteen weer rechts. Er staan elke paar meters groenwitte strepen, dus u kunt niet echt fout lopen.
U komt nu in een stuk met veel riet en indrukwekkende geërodeerde rotsen. Het gesteente is hier zacht dus de wind en het water hebben niet al te veel moeite gehad om de meest wonderlijke vormen te creëren in de rotswand. U houdt de groenwitte aanduidingen aan, wordt schuin links naar beneden geleid en passeert een stenen constructie die bedoeld is om het water te reguleren. Even later komt u langs een drietal waterreservoirs. Ze worden niet (meer) gebruikt maar u kunt zien hoe het water van het ene reservoir overliep in het volgende. Meteen na de reservoirs passeert u twee prachtige ‘valse peperbomen’ (Schinus molle) die bovenop een waterkanaal staan en dus over water niet te klagen hebben. Meteen na de grootste boom slaat u linksaf en moet u even flink klimmen. Daarna loopt u tussen twee geërodeerde muren door en heeft u een mooi uitzicht op een veel groener gedeelte van het landschap met zelfs een soort oasis met palmbomen.
U daalt weer af en slaat rechtsaf. De aanwezigheid van water doet zich nu steeds meer gelden, er groeien zelfs waterplanten. U vervolgt het pad tot u een wegwijzer van de route bereikt. Hier gaat u rechtdoor en loopt een klein stukje over asfalt. Na enkele tientallen meters laat u echter al linksaf en steekt via een paar stenen het water over. Het pad gaat verder tussen het riet, de tamarisken en planten als rus en veldbies. Het is hier heel groen en stil.
Vijf minuten later komt u uit bij een veldje met Johannesbroodbomen. Het pad gaat hier even steil omhoog tot aan een paaltje met groenwitte kop. Het is hier zo rustig dat ik tijdens de wandeling een vos zag wegrennen. U kunt ver kijken, naar de steengroeve aan de rechterkant en de Peña Roja en andere bergen in het binnenland.
U slaat schuin rechtsaf en volgt de groenwitte strepen waar deze u langs de rand van de kloof leiden. Zoals u ziet is er hier een natuurlijke dam gevormd, die, als het hard geregend heeft, voor een waterval zorgt maar nu droog staat. U klimt weer een stukje omhoog en gaat bovenaan links. Op een V-splitsing neemt u het linkerpad en u komt bovenaan deze natuurlijke dam uit. Een mooi punt om even rond te kijken en de terugtocht in te zetten. De gemarkeerde route gaat nog een kwartier verder maar dat laatste stuk is lelijk, kaal en met een vermoeiende klim dus ik raad aan terug te gaan via dezelfde weg en alleen na het passeren van de ‘oase’ onderlangs de rotsen te gaan, zodat u een steile afdaling vermijdt. De paden komen even later weer samen.
Door: Bea Lutje Schipholt
(Bron: Weekblad de Week)
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten