zaterdag 27 oktober 2012

Waddeneilanden

 Gids voor de Wadden: wandelen, fietsen en uitwaaien


 
  Unesco zette de Waddenzee op zijn Werelderfgoedlijst. En dat is niet onterecht. Naast uitwaaien en wandelen, vogels en zeehonden spotten, kan je er vooral heel goed fietsen. Wij doorkuisten drie van de vijf Nederlandse Waddeneilanden op twee wielen.
De fiets is hét vervoermiddel bij uitstek. Terschelling telt 70 kilometer fietspaden.
Zeehondjes rusten en zonnen op een zandbank.
TEXEL: Natuurzorg in EcoMare
In Den Helder neem je de boot en 20 minuten later sta je al op Texel, het grootste van de Waddeneilanden én heel erg de moeite. Vogelliefhebbers komen hier uitgebreid aan hun trekken: meer dan driehonderd soorten leggen er hun eieren en maken hun nesten in de duinen of bij de zoetwaterplassen. Ook om te fietsen heeft het eiland meer dan genoeg te bieden. Onze uitvalsbasis is het centraal gelegen Den Burg. Onderweg komen we massa?s schapen tegen. Er zitten er op het eiland niet minder dan 16.000 die elk jaar zorgen voor zo?n 20.000 lammetjes.

Onze fietstocht brengt ons in De Koog voor een bezoek aan EcoMare. Je bent er gemakkelijk een halve dag zoet, want er worden niet enkel natuuractiviteiten en wandelingen georganiseerd, maar ook vogels opgevangen. Verder is er een zeeaquarium en - misschien wel het allerleukste - zijn er zeehondenbassins. Alle dieren worden er hier bovenop geholpen en in de Waddenzee losgelaten.

AMELAND: Uitwaaien in de natuur
Ameland bereik je met de overzetboot die er vanuit Holwerd ongeveer 45 minuten over doet om op dit veel kleinere eiland aan te komen. Wat meteen opvalt, is de vuurtoren, een van de hoogste van Nederland, uit 1880. Vanaf de top - die je bereikt na een stevige beklimming van 236 treden - heb je een mooi uitzicht op het eiland. In het nabijgelegen dorp Hollum is het reddingsmuseum Abraham Fock een bezoekje waard. Je ziet er hoe de oude paardenreddingsboot dienstdeed en je leert er heel wat over het reddingswezen. In dit meest westelijke dorp staat ook het oudste huis van het eiland, uit 1615, en op het kerkhof zijn allerlei grafstenen met een uitgehakte vissersboot te zien. Voor de liefhebbers is een bezoek aan Kaasboerderij Ameland niet te versmaden.

In het volgende dorp, Ballum, zijn eveneens heel wat mooie oude huizen te zien. Je moet er zeker eens binnengaan bij Eetcafé De Boerderij,dat wel een heel speciale toog heeft... Om de hoek kan je een Nobeltje gaan drinken, dé Amelander likeur.

Nes is het meest levendige van de vier Amelandse dorpen en is bovendien centraal gelegen. Het Natuurmuseum in Nes is een must: je ziet er onder meer het geraamte van een potvis en allerlei opgezette vogels die op het eiland voorkomen. In Nes zijn eveneens heel wat gezellige terrasjes en winkels. We huren een fiets en rijden in de richting van het meest oostelijk gelegen dorp, Buren, maar onze eindbestemming is het Oerd, een natuurreservaat waar een grote meeuwenkolonie zit. Je kan er uitwaaien en tegelijk ook allerlei dieren spotten. 

TERSCHELLING: Op zoek naar zeehonden
Na een rustige vaart van ongeveer 2 uur 15 minuten vanaf Harlingen komen we aan op Terschelling, na Texel het tweede grootste eiland. Wij stappen aan boord van de boot de IJmond op zoek naar zeehonden. Bij eb ligt een hele kolonie op een zandbak te rusten en te zonnen, sommige zijn op zoek naar vis. We hebben geluk dat er nu ook kleintjes te zien zijn, die altijd in de zomer geboren worden.
Vanuit hoofdplaats West-Terschelling, vooral bekend om de vuurtoren die de naam 'Brandaris' draagt, fietsen we oostwaarts om de rest van het eiland te ontdekken. Op Terschelling zijn er niet minder dan 30 km aan stranden en 70 km fietspaden. Een ervan leidt naar het dorp Formerum waar we het bijzondere Wrakkenmuseum bezoeken. Er liggen duizenden objecten van jutters en uit scheepswrakken.

Verderdoor in Hoorn is een stop bij Hans Ditzel een aanrader: hij rookt op ambachtelijke wijze, nog op dezelfde manier als zijn overgrootvader, paling, makreel en zalm in houten kisten. Een andere lekkernij waarvoor het eiland bekend is, is de veenbes, of de cranberry. Op de terugweg fietsen we langs het dorpje Midsland, zonder twijfel het gezelligste van het eiland, met zijn mooie straatjes, witte huizen en zonnige terrassen.

Praktisch
De Waddeneilanden zijn vlot bereikbaar. . Meestal vertrekt de overzetboot op het vasteland naar een enkel eiland. De eigen auto mag men meenemen op Texel, Ameland en Terschelling.

Texel is het eiland dat het dichtst bij het vasteland is gelegen. De overtocht vanuit Den Helder duurt ongeveer 20 minuten. . Meer info op www.teso.nl.

De boten naar Ameland vertrekken vanaf Holwerd. De overtocht naar Ameland duurt slechts 45 minuten.  Info en reservaties op www.wpd.nl.

De boot naar Terschelling (en ook het eiland Vlieland) vertrekt vanuit Harlingen. Een gewone boot doet er ongeveer 2 uur over, zowel voor Vlieland als voor Terschelling). Er zijn ook sneldiensten die je in ongeveer 45 minuten naar een van de twee eilanden brengen. Alle info op www.rederij-doeksen.nl

Info: www.holland.com of 02/534 04 10. Specifieke info op www.texel.net, www.vvvameland.nl en www.vvvterschelling.nl

(Bron: HLN.be) 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten